Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0771/GA, 26 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/771/GA

betreft: [klager] datum: 26 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 maart 2008 van de beklagcommissie bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 mei 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is N. Tonnon, unit-directeur bij voormelde gevangenis, gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij aangegeven
daarvan geen gebruik te maken.
De unit-directeur heeft na de zitting desgevraagd nadere informatie toegezonden. Deze informatie is naar klager en zijn raadsman, mr. M.F. Wijngaarden, gestuurd.
Beiden hebben geen nadere reactie hierop gegeven.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geweigerd wordt een (computer met) tekstverwerkingsprogramma ten behoeve van zijn verdediging op cel te hebben.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt niet nader toegelicht. Kort weergegeven komt klagers standpunt er op neer dat hij tijdens bibliotheekmomenten gebruik mag maken van de computer, maar dat hij geen diskettes
mag
meenemen naar de bibliotheek. De tekst die hij heeft geschreven kan hij dus niet opslaan. Hij mag alleen tijdens onderwijs diskettes gebruiken. Klager is verwikkeld in een omvangrijke infiltratiezaak. Hij wil zijn verdediging goed voorbereiden en
daarbij gebruik kunnen maken van een tekstverwerkingsprogramma, zodat hij geschreven teksten kan aanvullen en corrigeren. Het gaat hem niet om een computer waarmee hij enkel zijn strafdossier kan lezen en beluisteren.

De unit-directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing klager niet toe te staan de door hem gevraagde laptop met tekstverwerkingsprogramma op cel te hebben is gebaseerd op de bestaande regelingen. Wel is klager, in het kader van een pilot, de mogelijkheid geboden een beveiligde laptop te
gebruiken. Dit is een laptop met een loden beveiliging er omheen, waardoor klager in staat is de dvd met daarop de stukken van zijn strafdossier in te zien en af te luisteren. Als hij stukken wil schrijven, heeft hij daartoe de mogelijkheid tijdens
onderwijs en in de bibliotheek. Hier maakt klager ook gebruik van.
Uit het na de zitting opgestelde en toegezonden onderzoeksrapport, opgesteld door twee ICT-deskundigen van het DJI Digitaal Onderzoeks Team, blijkt welke risico’s een laptop op cel met zich kunnen brengen. Zakelijk weergegeven blijkt daaruit dat het
hebben van een tekstverwerkingsprogramma de mogelijkheid biedt teksten dusdanig te verkleinen en door het gebruik van witte letters onzichtbaar te maken, dat de teksten niet gecontroleerd kunnen worden. Voorts biedt het hebben van een cd/dvd brander om
de geschreven teksten op te slaan tevens de mogelijkheid bestanden op deze cd/dvd te branden die binnen of buiten de inrichting verstuurd kunnen worden.

3. De beoordeling
Nu, naar de beroepscommissie begrijpt, klager zich op het standpunt stelt dat het een onredelijke en onbillijke beslissing van de directeur is om, in de omstandigheden van het geval van klager, geen uitzondering te maken op het verbod een computer met
tekstverwerkingsprogramma op cel te hebben, is klager terecht ontvangen in zijn beklag.

Naar het oordeel van de beroepscommissie kan uit de (nadere) door de directeur verstrekte informatie niet worden afgeleid dat de veiligheid in de inrichting in het geding is wanneer klager op cel over een stand-alone computer beschikt die, naast het
besturingssysteem, slechts voorzien is van een tekstverwerkingsprogramma en een (niet afgesloten) poort voor een diskette. De in de door de directeur verstrekte documentatie gestelde gevaren, zoals het aansluiten van USB-communicatiesticks, acht de
beroepscommissie weinig realistisch nu die gevaren op relatief eenvoudige wijze te bezweren zijn, bijvoorbeeld door de betreffende toegangspoorten verzegeld af te sluiten. Het gestelde gevaar dat de door klager te gebruiken diskette verborgen
informatie
kan bevatten, kan de directeur eenvoudig tegengaan door zelf aan klager (op kosten van klager) een diskette ter beschikking te stellen. Niet aannemelijk is voorts, en zulks volgt ook niet uit de door de directeur verstrekte documentatie en informatie,
dat het niet mogelijk is een (reeds) beveiligde laptop van (uitsluitend) een tekstverwerkingsprogramma te voorzien.

Vast staat dat de veiligheid in de inrichting niet in het geding is en dat het strafdossier van klager zeer omvangrijk is. Voorts heeft klager voldoende aannemelijk gemaakt dat hij, wanneer hij over de door hem gevraagde voorziening op cel kan
beschikken, zijn verdediging aanmerkelijk beter kan voorbereiden dan wanneer hij daarover niet op cel beschikt. Dit betekent dat de weigering van de directeur voor klager een uitzondering te maken, afgewogen het belang van klager zijn verdediging
adequaat voor te bereiden tegenover het belang van de directeur de veiligheid in de inrichting te borgen, als een onredelijke en onbillijke beslissing is aan te merken. Een en ander voert tot de volgende beslissingen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij draagt de directeur op binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 26 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven