Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33795/GA, 15 december 2023, beroep
Uitspraakdatum:15-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Nummer    23/33795/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    15 december 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur)

 

1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 13 april 2023 om hem niet te promoveren naar het plusprogramma.

De beklagcommissie bij de PI Krimpen aan den IJssel heeft op 12 mei 2023 het beklag gegrond verklaard en de directeur in de gelegenheid gesteld om binnen één week na de zitting een nieuwe beslissing te nemen (IJ-2023-394). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
Op 2 april 2023 heeft klager een mededeling ontvangen wegens aangetroffen verboden voorwerpen op zijn cel: een waslijn, een trui met een gezichtsmasker en werkhandschoenen afkomstig van de werkzaal. Verder is klagers hygiëne niet in orde. Zo is zijn cel een puinhoop en niet schoon. Tot slot kan klager lichtelijk geïrriteerd reageren wanneer hij zijn zin niet krijgt. Dit heeft de directeur doen concluderen dat er sprake is van ongewenst gedrag en daarom wordt klager niet in het plusprogramma geplaatst.  

Standpunt van klager
Klager heeft niet gereageerd op het beroep.

 

3. De beoordeling
Artikel 1d, derde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) bepaalt: “De gedetineerde komt in aanmerking voor promotie indien hij gedurende zes weken na aanvang van detentie het in de categorie “re-integratie/resocialisatie” en het in de categorie “verblijf en leefbaarheid” van bijlage 1 dan wel bijlage 2 bij deze regeling beschreven gewenste gedrag heeft laten zien”.

Uit de beslissing van de directeur blijkt dat tijdens een spitactie van het Intern Bijstandsteam klager een rapport heeft gekregen wegens het aantreffen van contrabande op zijn cel. Daarbij zijn een zelfgemaakte waslijn, een trui/hoodie met een gezichtsmasker en werkhandschoenen afkomstig van de werkzaal aangetroffen. Ook is geconstateerd dat klagers hygiëne slecht is. Verder is de observatie van de directeur dat klager soms lichtelijk geïrriteerd kan reageren als hij zijn zin niet krijgt en dat klager soms lastig is aan te spreken op zijn gedrag.  

De beroepscommissie overweegt dat in de beslissing voldoende is omschreven welke feiten en omstandigheden zijn betrokken bij de bestreden beslissing tot niet promoveren. De directeur heeft deze feiten en omstandigheden in redelijkheid als ‘ongewenst gedrag’ kunnen aanmerken. Daarbij merkt de beroepscommissie op dat, zelfs als zou worden vastgesteld dat de waslijn er al hing en de trui via de reguliere weg binnen is gekomen en klager daarover geen verwijt kan worden gemaakt, de overige feiten (reeds) voldoende zijn om te kunnen concluderen dat sprake is van ongewenst gedrag van klager.

De directeur heeft het ongewenste gedrag van klager afgezet tegen het door klager getoonde (gewenste) structurele gedrag. Op grond daarvan is geconcludeerd dat klager onvoldoende verantwoordelijkheid neemt voor zijn re-integratie. De beroepscommissie is van oordeel dat sprake is van deugdelijke en inzichtelijke belangenafweging en dat de beslissing tot het niet promoveren, gelet op het gedrag van klager, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.


Deze uitspraak is op 15 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. S.C.M. Wouda-van Velzen, leden, bijgestaan door mr. L. Veerkamp, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven