Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37729/SGA, 5 december 2023, schorsing
Uitspraakdatum:05-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/37729/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]    Datum    5 december 2023


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting Achterhoek te Zutphen (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van vijftien dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie en celtelefonie, waarvan vijf dagen voorwaardelijke opsluiting in een strafcel met een proeftijd van drie maanden, vanwege een positieve uitslag na een urinecontrole, ingaande op 30 november 2023 om 16:30 uur en eindigend op 10 december 2023 om 16:30 uur. 

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek, van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift en van de nadere toelichting van verzoekers raadsman, mr. R.I. Kool, van 2 december 2023. 

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat deels het geval.

Verzoeker voert aan dat op 14 november 2023 met hem is afgesproken dat zijn urinecontrole ‘afbouw’ moet zijn, maar dat zijn medicatie ervoor zorgt dat THC een stuk langer in zijn urine blijft en hij daardoor langzamer afbouwt dan iemand zonder deze medicatie. Verzoekers raadsman voert aan dat de disciplinaire straf in strijd met een wettelijk voorschrift is. De voorwaardelijk op te leggen straf maakt onderdeel uit van de totale straf en een combinatie van een onvoorwaardelijke en een voorwaardelijke straf mag daarom tezamen niet de maximale duur van veertien dagen te boven gaan, aldus de raadsman. 

Uit de inlichtingen van de directeur, waaronder het schriftelijk verslag van 30 november 2023, komt naar voren dat op 26 november 2023 een urinecontrole bij verzoeker is uitgevoerd. De uitslag daarvan was positief op cannabis met meer dan 1000 ug/l en op Benzodiazepine met 411 ug/l. Verzoeker krijgt geen Benzodiazepine verstrekt via de medische dienst. Dit is zijn derde positieve uitslag binnen drie maanden. Op 14 en 17 november 2023 was de uitslag van verzoekers urinecontrole ook positief met een waarde van meer dan 1000 ug/l op THC.


De voorzitter overweegt als volgt.
Op grond van artikel 51, eerste lid onder a., van de Penitentiaire beginselenwet kan de directeur een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel of andere verblijfsruimte voor ten hoogste twee weken. De voorzitter stelt vast dat de bestreden disciplinaire straf die termijn met één dag overschrijdt. Dat een deel van de straf voorwaardelijk is opgelegd, doet daar niet aan af. 

Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing in strijd met de wet genomen voor zover deze de maximale duur van veertien dagen overschrijdt. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan de beslissing voor het overige – gelet op de uitslag van verzoekers urinecontrole van 26 november 2023 en de eerdere uitslagen van zijn urinecontroles – niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De voorzitter zal het verzoek daarom toewijzen voor zover de disciplinaire straf de duur van veertien dagen te boven gaat en het verzoek voor het overige afwijzen. 

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe voor zover de disciplinaire straf de duur van veertien dagen te boven gaat en schorst in zoverre de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

De voorzitter wijst het verzoek voor het overige af. 


Deze uitspraak is op 5 december 2023 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven