Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0974/GA, 5 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:05-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/974/GA

betreft: [klager] datum: 5 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. van Stratum, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 april 2008 van de beklagcommissie bij de locatie De Marwei, te Leeuwarden

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 augustus 2008, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman, en [...], unit-directeur van de locatie De Marwei te Leeuwarden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de gebeurtenissen in de strafcel tijdens nieuwjaarsnacht.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Om 22.00 uur had klager gemeld dat er sprake was van stank. Hij ging slapen en werd om 23.30 uur wakker van de stank en rookontwikkeling. Hij kon niets zien en heeft overgegeven. Klager heeft geroepen om hulp, maar hij werd niet serieus genomen.
Een gedetineerde is kwetsbaar in een inrichting. Dit geldt te meer voor klager, die in een strafcel verbleef en een slechte gezondheid heeft. Het ging om een beangstigende situatie. Klager heeft om bijstand van een arts gevraagd omdat hij misselijk
werd. Ook vroeg hij om overplaatsing. Zijn verzoeken zijn niet ingewilligd. Er is niet eens telefonisch een arts geconsulteerd of ter plaatste gecontroleerd of medische bijstand noodzakelijk was. De directeur is ook niet in kennis gesteld van de gang
van zaken. Voorts ontbreekt schriftelijke verslaglegging.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de hele inrichting was sprake van mist en kruitdampen. Het was een uitzonderlijke situatie, mede veroorzaakt door het weer. Klager had geklaagd over misselijkheid en pijnlijke ogen. Hij had bij het personeel niet aangegeven dat hij had overgegeven.
Er is door het luikje in de cel gekeken. Het personeel heeft ingeschat of een arts nodig was. De afweging om geen arts in te schakelen, is de juiste geweest. Andere gedetineerden in de strafcel hebben die nacht gewoon doorgeslapen.

3. De beoordeling
In artikel 13 van de Regeling straf- en afzonderingscel penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) is bepaald dat in de strafcel voldoende verse lucht wordt aangevoerd. Vaststaat dat vanwege de uitzonderlijke samenloop van omstandigheden in de
gehele inrichting sprake was van een onzuivere lucht en dat niet alle gedetineerden hier ernstige overlast van hebben ondervonden.
In het geval van klager is uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en uit het procesdossier naar voren gekomen dat klager misselijk is geworden vanwege rookontwikkeling. Als gevolg hiervan heeft hij overgegeven. Klager heeft geklaagd bij het
dienstdoende personeel. De beroepscommissie is van oordeel dat, vooral nu klager zich in een strafcel bevond, extra waakzaamheid van het personeel was vereist.
Gezien de omstandigheden van dit geval had een arts geraadpleegd moeten worden of in ieder geval aan klager de mogelijkheid moeten worden geboden om de nacht in een andere strafcel door te brengen. Ook stelt de beroepscommissie vast dat geen verslag
als
bedoeld in artikel 10 van de Regeling is opgemaakt. Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, leidt tot het oordeel dat ten aanzien van klager onvoldoende zorgvuldig is gehandeld. De uitspraak van de beklagcommissie kan dan ook niet in
stand blijven en het beklag moet alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 10,-.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vires, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 5 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven