Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32948/GA, 21 november 2023, beroep
Uitspraakdatum:21-11-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32948/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    21 november 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

de directeur van de locatie Esserheem te Veenhuizen (hierna: de directeur)

 

1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de beslissing om hem over te plaatsen van de locatie Esserheem te Veenhuizen naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen. 

De beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven heeft op 24 maart 2023 het beklag gegrond verklaard (Nh-2023-31). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsman mr. A.S. Sewgobind in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
Op 16 januari 2023 is er een mobiele telefoon aangetroffen op klagers cel. Hij is op heterdaad betrapt met die mobiele telefoon. Klager heeft tijdens het hoorgesprek met de directeur te kennen gegeven dat hij de mobiele telefoon heeft gebruikt om zijn vader te bellen. Om dit te verifiëren, heeft de directeur naar de pincode gevraagd. Klager weigerde deze te geven. Hem is te kennen gegeven dat de directeur er zonder zijn medewerking niet van uit kan gaan dat hij de mobiele telefoon heeft gebruikt voor het onderhouden van contact met zijn vader. Nu klager geen openheid van zaken gaf, kon de directeur niet uitsluiten dat de mobiele telefoon voor andere zaken is gebruikt. Het is algemeen bekend dat mobiele telefoons binnen de afdeling, dan wel binnen de inrichting, van hand tot hand gaan. Daarom kon niet worden uitgesloten dat de mobiele telefoon ook door andere gedetineerden is gebruikt. Mogelijk ook door klagers broer, die op dezelfde afdeling als klager verbleef. 

Standpunt van klager
Er is afgeweken van de normale gang van zaken. Een gedetineerde krijgt bij het aantreffen van een mobiele telefoon een disciplinaire straf opgelegd, maar wordt niet direct overgeplaatst. De enige motivering, dat klager zijn pincode niet wenste af te geven, is onvoldoende om klager intern over te plaatsen. Er zijn diverse medegedetineerden in de locatie Esserheem die eenmaal, dan wel meermalen, met een mobiele telefoon en/of drugs zijn gepakt en niet zijn overgeplaatst. In het beroepschrift benoemt de directeur dat de mobiele telefoon mogelijk gebruikt werd door klagers broer die op dezelfde afdeling als klager verbleef. Dat argument kan slechts als ‘stemmingmakerij’ bestempeld worden, nu het niet onderbouwd is.



3. De beoordeling
Klager verbleef in de gevangenis van de locatie Esserheem. Op 26 januari 2023 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven, omdat bij hem een mobiele telefoon is aangetroffen. Klager verblijft sinds 21 juni 2023 op eigen verzoek in de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting Vught. 

Uit de stukken blijkt dat klager op 16 januari 2023 op heterdaad is betrapt met een telefoon. Naar aanleiding daarvan is klager gehoord en hij gaf toen aan dat hij de mobiele telefoon gebruikt had om zijn vader te bellen. De directeur heeft verzocht om de toegangscode van de telefoon om dat te kunnen verifiëren. Klager weigerde en gaf geen openheid van zaken. Daardoor kon de directeur niet uitsluiten dat de mobiele telefoon ook voor andere zaken is gebruikt dan klager deed voorkomen. Om die reden is in het hoorgesprek aan klager te kennen gegeven dat hij – in het belang van de orde en veiligheid binnen de inrichting – zou worden overgeplaatst naar een andere locatie. Klager is vervolgens in afwachting van de onderzoeksgegevens overgeplaatst naar de locatie Norgerhaven. 

Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur klagers gedrag in redelijkheid zo kunnen interpreteren als hij heeft gedaan. Gelet op het bovenstaande kan de beslissing om klager over te plaatsen naar een andere locatie binnen dezelfde inrichting – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.


Deze uitspraak is op 21 november 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. A. van Holten, voorzitter, mr. W.S. Korteling en mr. J.T.W. van Ravenstein, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven