Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29318/GA, 19 december 2023, beroep
Uitspraakdatum:19-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/29318/GA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    19 december 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld omdat hem op 31 januari 2022 en op andere dagen geen onderwijs- en re-integratiemogelijkheden zijn aangeboden en hij op 31 januari 2022 geen maaltijd mocht koken.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard heeft op 5 september 2022 het beklag ongegrond verklaard      (ZB-2022-71). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. M.R.P. Bakker, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Heerhugowaard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling
Het niet aanbieden van onderwijs- en re-integratiemogelijkheden en het niet mogen koken kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard (vergelijk RSJ 1 september 2023, 23/31460/GA).

Onderwijs- en re-integratiemogelijkheden
Klager stelt dat hem op 31 januari 2022 en op andere dagen geen onderwijs- en re-integratiemogelijkheden zijn aangeboden. Het is echter onduidelijk op welke andere dagen volgens klager geen onderwijs- en re-integratiemogelijkheden geboden werden. Daardoor kan niet worden beoordeeld of er – mogelijk – sprake zou zijn van een structurele tekortkoming (zie ook RSJ 1 september 2023, 22/29126/GA). Dat betekent dat het klaagschrift ten aanzien van het (niet) aanbieden van onderwijs- en re-integratiemogelijkheden onvoldoende nauwkeurig is (zoals bedoeld in artikel 61, derde lid, van de Pbw). Om die reden had klager in zoverre niet in zijn beklag moeten worden ontvangen.

Koken
De beroepscommissie overweegt ten aanzien van het niet mogen koken op 31 januari 2022 dat vanwege het door klager zelf gestelde eenmalig karakter ervan geen sprake is geweest van een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur (ongeacht wat de precieze situatie verder was). Klager heeft in zoverre dan ook onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beklag.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.


Deze uitspraak is op 19 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. F. Sieders, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven