Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1470/GA, 25 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1470/GA

betreft: [klager] datum: 25 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W. de Vries, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de gestelde weigering van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen te Almere om een uitspraak te doen op een op 31 oktober 2007 bij voormelde beklagcommissie ingekomen klaagschrift, betreffende de vermissing
van
een radio-cdspeler bij gelegenheid van klagers overplaatsing vanuit het h.v.b. Zwaag naar het h.v.b. Almere-Binnen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de mededeling d.d. 3 juli 2008 namens de directeur van het h.v.b. Zwaag, inhoudende dat de als vermist gemelde radio-cdspeler zich daar steeds heeft bevonden en zal worden verzonden naar klager.

De beroepscommissie heeft de directeur van het h.v.b. Almere-Binnen in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Artikel 69 van de Pbw luidt – voor zover hier van belang –:
“-1. tegen de uitspraak van de beklagcommissie kunnen de directeur en de klager beroep instellen door het indienen van een beroepschrift. (...).
-2. (...).
-3. (...)”
Op grond van genoemd artikel kan daarom enkel beroep worden ingesteld tegen de uitspraak van de beklagcommissie. De beroepscommissie stelt vast dat de beklagcommissie nog geen uitspraak heeft gedaan op het betreffende klaagschrift d.d. 31 oktober 2007.
Om die reden moet klager niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep.
Daarnaast geldt nog dat de wetgever in artikel 67, eerste lid, van de Pbw aan de beklagcommissie een termijn heeft gesteld om te beslissen, maar aan de overschrijding van die termijn geen gevolgen heeft verbonden.

De beroepscommissie overweegt nog dat zij betreurt dat de beklagcommissie zo een lange tijd nodig heeft om tot een uitspraak te komen op het beklag. Juist bij klachten als de onderhavige is het van belang de feiten zo snel als mogelijk helder te
krijgen
en een oordeel te geven over de verantwoordelijkheid van de directeur voor de als vermist gemelde goederen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven