Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1999/SGA, 15 augustus 2008, schorsing
Uitspraakdatum:15-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1999/SGA

Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie d.d. 11 augustus 2008, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van zes
dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 11 augustus 2008 op 15.30 uur en eindigend 17 augustus 2008 om 15.30 uur, wegens het voor de tweede keer positief scoren bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 14 augustus 2008. De secretaris van de beklagcommissie heeft op 15 augustus 2008 laten weten dat daar (nog) geen klaagschrift van verzoeker is ontvangen.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij op 11 augustus 2008 een klaagschrift heeft ingediend bij de beklagcommissie. Verzoeker geeft aan te verwijzen naar de inhoud van het klaagschrift (waarvan, anders dan door verzoeker is aangegeven, geen afschrift is
bijgevoegd). Verzoeker heeft aan de directeur verzocht om het verzoekschrift per fax aan de voorzitter te laten verzenden, dat is door de directeur geweigerd.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Verzoeker vraagt de tenuitvoerlegging van een hem opgelegde disciplinaire straf te schorsen totdat de beklagcommissie op de klacht heeft beslist. Volgens de directeur is zulks in strijd
met
de gang van zaken ten aanzien van de gebruikelijke lokale rechtsgang. De onderhavige disciplinaire straf is weloverwogen opgelegd. Verzoeker heeft ontkend softdrugs te hebben gebruikt. Hij heeft desgevraagd aangegeven wel sesamzaad te hebben gegeten.
Het eten van sesamzaad heeft echter geen invloed op het THC-gehalte van de urine. Omdat het inmiddels een tweede positieve score op het gebruik van softdrugs betreft, is aan verzoeker de onderhavige disciplinaire straf opgelegd.

2. De beoordeling
De secretaris van de beklagcommissie heeft schriftelijk medegedeeld (nog) geen klaagschrift van verzoeker te hebben ontvangen. Verzoeker heeft aangegeven op 11 augustus 2008 een klaagschrift te hebben gezonden aan de beklagcommissie. Nu het de
voorzitter ambtshalve bekend is dat het enige dagen kan duren alvorens per post verzonden stukken vanuit de inrichting ter bestemde plaatse aankomen, acht hij vooralsnog aannemelijk dat verzoeker een klaagschrift heeft ingediend. Verzoeker is daarom
ontvankelijk in zijn verzoek.

De directeur heeft aangevoerd dat het indienen van het schorsingsverzoek in strijd zou zijn met de gebruikelijke lokale rechtsgang. Op grond van het bepaalde in artikel 66 van de Pbw kan de voorzitter van de beroepscommissie op een verzoek van de
klager, na de directeur te hebben gehoord, de tenuitvoerlegging van de beslissing waarop het klaagschrift betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is er daarom hier geen sprake van enige strijd met de
wettelijke procedures ten aanzien van indiening en behandeling van (respectievelijk) het klaagschrift en het schorsingsverzoek. Afgezien van het feit dat “de gebruikelijke lokale rechtsgang” de voorzitter onbekend is, kan die informele rechtsgang
uiteraard niet afdoen aan de rechten die verzoeker kan ontlenen aan de wet.

Verzoeker heeft aangevoerd dat de directeur geen toestemming heeft gegeven om het schorsingsverzoek aan de voorzitter te faxen. De voorzitter overweegt daaromtrent dat het, juist bij beslissingen van de directeur die kortdurende tenuitvoerlegging
kennen, van belang is dat de voorzitter zo snel als mogelijk kennis kan nemen van een schorsingsverzoek. Daarbij verdient het dan de voorkeur dergelijke verzoeken per fax aan de voorzitter te (laten) verzenden. Indien en voor zover de directeur daaraan
zijn medewerking zou onthouden, belemmert hij daarmee – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – een goede afhandeling van het schorsingsverzoek. De voorzitter gaat er daarom vanuit dat de directeur in voorkomende gevallen een correcte rechtsgang
niet hindert en zijn medewerking verleent aan verzoeken van gedetineerden om een schorsingsverzoek aan de voorzitter te faxen.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is, dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Verzoeker heeft op geen enkele manier heeft onderbouwd dat het nuttigen van sesamzaad tot een positieve score qua THC-gehalte van de urine kan leiden. Daar komt bij dat het gescoorde THC-gehalte 207
was (bij een zogenaamde “cut-off waarde” van 50) en dat het voorlopig oordelend niet aannemelijk is, zo er al een verband zou zijn tussen THC-gehalte en sesamzaad, dat verzoeker zoveel sesamzaad zou hebben gegeten/kunnen eten, dat dit tot een
THC-gehalte van 207 kon leiden. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

aldus gegeven door mr. J.I.W.M. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven