Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33561/GB, 11 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           23/33561/GB

    

           

Betreft [klager]

Datum  11 oktober 2023

 

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft de Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) op 13 februari 2023 verzocht om overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht.

Klagers raadsman, mr. M. Broere, heeft namens klager beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering van verweerder om een beslissing te nemen op klagers verzoek.

Verweerder heeft op 15 mei 2023 klagers verzoek toegewezen.

 

2. De beoordeling

Hoewel verweerder inmiddels op het verzoek heeft beslist, zal de beroepscommissie het beroep toch inhoudelijk beoordelen, omdat in beroep (tijdig) is verzocht om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

Op grond van artikel 18, derde lid, in verbinding met artikel 17, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet, dient verweerder binnen zes weken een beslissing te nemen op het ingediende verzoekschrift. Dit is niet gebeurd. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. Nu inmiddels op het verzoek is beslist, zal verweerder niet worden opgedragen alsnog een beslissing te nemen op klagers verzoek.

Ten aanzien van het verzoek om een tegemoetkoming overweegt de beroepscommissie als volgt.

Hoewel het wenselijk is dat verweerder zo spoedig mogelijk op een verzoek beslist, verbindt de wet geen gevolgen aan het niet-tijdig nemen van een beslissing door verweerder. De beroepscommissie ziet slechts onder bijzondere omstandigheden aanleiding om enkel vanwege het niet-tijdig beslissen door verweerder een tegemoetkoming toe te kennen. Daarvan is naar het oordeel van de beroepscommissie in dit geval sprake. Weliswaar had het verzoek betrekking op een overplaatsing naar een andere inrichting met hetzelfde regime, maar er is sprake van een flinke termijnoverschrijding. Ook is het verzoek uiteindelijk toegewezen en heeft klager achteraf bezien dus onnodig lang in het HVB van de PI Krimpen aan den IJssel verbleven. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van €40,-.

 

3. De uitspraak

De beroepsrechter verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €40,-.

 

 

Deze uitspraak is op 11 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. C. Fetter en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven