Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1688/GB, 25 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1688/GB

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.S. de Groene, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 juli 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van klagers verzoek tot tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf door toepassing van elektronische detentie (hierna: e.d.), ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is door het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 285 dagen. Bij brief van 23 april 2008 is klager opgeroepen zich op 19 mei 2008 te melden bij de locatie Bankenbosch te Veenhuizen. Bij brief van 14 mei 2008 is de
datum verschoven naar 1 september 2008.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Aan klager is een formulier toegezonden betreffende de zelfmeldprocedure. Om daarvoor in aanmerking te komen, diende klager een bijlage in te vullen. Die heeft hij ingevuld en daarbij is
aangegeven dat klager in aanmerking wenste te komen voor e.d. Op dit verzoek is niet gereageerd door de selectiefunctionaris. Klager heeft slechts een brief ontvangen met daarin de mededeling dat hij zich op 19 mei 2008 diende te melden bij de
gevangenis Bankenbosch. Klager heeft op 7 mei 2008 bezwaar gemaakt tegen het feit dat niet is gereageerd op het verzoek om tenuitvoerlegging middels e.d. Het bezwaar van klager is verworpen met verwijzing naar de circulaire elektronische detentie
(kenmerk 5291588/04/DJI) (hierna: de Circulaire). Klager is van mening dat de ongegrondverklaring onvoldoende is onderbouwd. Bij klager is immers door de bijlage bij de eerste oproep het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat hij in aanmerking zou
komen
voor e.d. Hij heeft de afgelopen vijf maanden getracht opvang voor zijn vijf kinderen te vinden. Omdat klager en zijn gezin van de bijstand moeten leven, zou dat betekenen dat zijn levenspartner haar stage zou moeten onderbreken om voor de kinderen te
gaan zorgen. Gelet daarop is klager van mening dat hij onevenredig zwaar wordt getroffen door tenuitvoerlegging in de vorm van gevangenisstraf

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. In de Circulaire staat omschreven dat e.d. een mogelijkheid is bij de categorie zelfmelders aan wie een vrijheidsstraf is opgelegd van maximaal 90 dagen. De strafduur
zoals deze is opgelegd is daarbij bepalend. Klager beroept zich op het – volgens hem – gerechtvaardigde vertrouwen dat hij in aanmerking zou kunnen komen voor e.d. Klager heeft op 21 maart 2008 een brief ontvangen van het Centraal Justitieel
Incassobureau waarin is aangegeven dat klager in aanmerking kwam voor de zelfmeldprocedure. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om op basis van vrijwilligheid deel te nemen aan e.d. Gelijktijdig wordt duidelijk aangegeven dat e.d. enkel mogelijk
is, als de opgelegde straf 90 dagen of minder bedraagt en de betrokkene aan een aantal voorwaarden voldoet. Dat vervolgens de vraag wordt gesteld of klager voor e.d. in aanmerking wenst te komen, doet niet af aan het gegeven dat hij niet voldoet aan
het
criterium van de maximaal opgelegde vrijheidsstraf. Klager is op 31 januari 2006 door het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 285 dagen. Gelet daarop voldoet hij niet aan de criteria voor deelname aan e.d. Daarom is hij
niet
opgeroepen voor een intakegesprek. Klager is vervolgens opgeroepen zich op 19 mei 2008 te melden bij de locatie Bankenbosch. Deze oproep is naar aanleiding van het door klager ingediende bezwaarschrift, rekening houdend met klagers gezinssituatie, op 2
juli 2008 opgeschort tot 1 september 2008

4. De beoordeling
4.1. In de Circulaire heeft de minister van Justitie zijn beleid kenbaar gemaakt omtrent de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraf door middel van e.d.

4.2. Klager is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 285 dagen.

4.3. In onderdeel 2 van de circulaire wordt onder meer als doelgroep voor e.d. aangewezen:
“a. de zelfmelder ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van maximaal drie maanden is gelast;”
Op blz. 2 van de circulaire wordt opgemerkt dat e.d. is bestemd voor ‘zelfmelders’ aan wie “een vrijheidsstraf is opgelegd van maximaal drie maanden.” Daaruit moet worden afgeleid dat voor het antwoord op de vraag of een veroordeelde voor e.d. in
aanmerking komt, beslissend is de duur van de straf zoals door de strafrechter opgelegd en niet het strafrestant zoals dat bestaat op het moment dat de last tot executie van de straf wordt gegeven.
Aan klager is, naar door hem wordt gesteld en door de selectiefunctionaris niet is weersproken, een formulier gezonden met de vraag of hij in aanmerking wil komen voor e.d. Begrijpelijk is dat daarmee bij hem de verwachting kan zijn gewekt, dat hij in
aanmerking kwam de detentie in de vorm van e.d. te ondergaan. De vraag is evenwel of die verwachting gerechtvaardigd was. Nu in dat hiervoor genoemde formulier eveneens duidelijk staat vermeld dat e.d. alleen mogelijk is, indien het totaal aantal dagen
van de veroordeling(en) negentig dagen of minder bedraagt, terwijl klager tot een langere gevangenisstraf is veroordeeld, had klager moeten kunnen begrijpen dat hij niet in aanmerking komt voor e.d. De omstandigheid dat hij vervolgens de gelegenheid
krijgt zijn voorkeur voor e.d. uit te spreken, doet daaraan niet af.
De door klager aangevoerde argumenten om vanwege persoonlijke omstandigheden hem in de gelegenheid te stellen het strafrestant middels e.d. te laten ondergaan, vinden geen steun in vermelde Circulaire.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven