Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35070/GA-tussenbeslissing, 17 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/35070/GA-tussenbeslissing

    

         

Betreft  [klager]

Datum  17 oktober 2023

 

Tussenuitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de directeur) heeft op 20 juli 2023 beslist tot voortzetting van de eerder aan klager opgelegde verplichting tot het ondergaan van een onvrijwillige geneeskundige behandeling, als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (hierna: a dwangbehandeling), voor de duur van drie maanden.

Klagers raadsman, mr. P.M. Iwema, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de juridisch medewerker bij het PPC van de PI Vught, gehoord op de digitale zitting van 15 september 2023. Mr. M. Olde Keizer, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

Op 15 september 2023 (na afloop van de zitting) is namens de directeur een nadere toelichting binnengekomen. Dit is aan klager en zijn raadsman doorgestuurd.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De lopende a-dwangbehandeling was een beslissing van de directeur van het PPC Scheveningen en de bestreden beslissing was de eerste beslissing van de directeur van het PPC van de PI Vught. Daarmee is het een startbeslissing waartegen rechtstreeks beroep mogelijk is. Daarom had het advies van een onafhankelijk psychiater (second opinion) moeten worden gevraagd. De beslissing om a-dwangbehandeling toe te passen moet zorgvuldig worden genomen om recht te doen aan klagers rechten. Een nieuwe directeur moet een eigen beslissing nemen op basis van eigen ervaringen. Het is mogelijk om te organiseren dat er op tijd een nieuwe startbeslissing wordt genomen na een overplaatsing, omdat volgens de beroepscommissie ten minste elk jaar een psychiater naar een doorlopende verlening moet kijken.

Klagers raadsman heeft ook beklag ingesteld tegen de beslissing. Het beklag is op 11 september 2023 behandeld, maar er is nog geen uitspraak gedaan.

Er zijn geen recente incidenten. Dat was in het PPC Scheveningen al zo. Klager is ten onrechte in het autismespectrum geplaatst. Daardoor krijgt hij verkeerde medicatie, wat tot schade lijdt. Klager heeft veel last van bijwerkingen, waaronder dagelijks zware hoofdpijn. Dat wordt niet betwist. In augustus 2023 is gewisseld van medicatie en dat heeft klager geen goed gedaan. Zonder dwangmedicatie kan in overleg met klager naar de beste oplossing worden gezocht. Door de dwangmedicatie wordt de juiste behandeling op een te laag pitje gezet. Therapeutische mogelijkheden en neurologisch onderzoek worden overgeslagen.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

Klager heeft op 7 juni 2023 een a-dwangbehandeling opgelegd gekregen in het PPC Scheveningen. Op 13 juli 2023 is hij overgeplaatst naar de huidige afdeling van het PPC van de PI Vught. Naar aanleiding van de lopende dwangbehandeling heeft de psychiater klager beoordeeld en is besloten de a-dwangbehandeling te verlengen met de gebruikelijke drie maanden.

De beroepscommissie is niet bevoegd om te oordelen over de verlengingsbeslissing. Na een overplaatsing wordt er altijd een verlengingsbeslissing genomen. Dat is een landelijke afspraak. Er is geen wettelijke grondslag voor de opvatting dat de nieuwe directeur een a dwangbehandeling niet kan verlengen. Als de directeur een startbeslissing zou moeten nemen, zou de behandeling tijdelijk stil komen te liggen. Dat komt omdat er bij een startbeslissing drie dagen van tevoren een voornemen moet worden opgemaakt en een tweede psychiater advies moet uitbrengen. Het is niet wenselijk dat een behandeling bijna een week stil komt te liggen.

Klager is een maand na de startbeslissing overgeplaatst, dus de verlenging is niet schadelijk voor klagers rechten.

De directeur verwijst verder naar de beslissing en voert aanvullend het volgende aan. Ten behoeve van de beslissing heeft de directeur overleg gehad en kennisgenomen van de verklaring van de behandelend psychiater en het afdelingshoofd. Gezien het psychiatrische beeld dat op klager van toepassing is, bestaat de mogelijkheid dat zonder a-dwangbehandeling het gevaar dat de stoornis van zijn geestvermogens doet veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. Er is voldaan aan de wettelijke vereisten ten aanzien van de verlenging van de a-dwangbehandeling en er is geen strijd met (hogere) wet- en regelgeving. Er wordt met klager gekeken naar de nieuwe medicatie en bijwerkingen. Het kan dat klager bijwerkingen ervaart, omdat de oude medicatie een bepaalde werkingstijd heeft. Het is aan de psychiater welke medicatie wordt gebruikt en welke behandeling wordt ingezet.

Er is mondeling uitspraak gedaan door de beklagcommissie over het beklag.

 

3. De beoordeling

Klager heeft gelijktijdig met het instellen van dit beroep ook beklag ingesteld tegen de verlengingsbeslissing bij de beklagcommissie bij het PPC van de PI Vught. Tijdens de zitting is besproken of de beklagcommissie al uitspraak had gedaan over dat beklag. De directeur stelde dat de beklagcommissie mondeling uitspraak had gedaan, maar klagers raadsman meende van niet. Na de zitting is gebleken dat de beklagcommissie het beklag (kenmerk VU 2023 1304) op 11 september 2023 mondeling ongegrond heeft verklaard. Klagers raadsman heeft op 11 september 2023 ook beroep ingesteld tegen die uitspraak. Dat beroep heeft het kenmerk 23/35984/GA.

De beroepscommissie acht het van belang dat het beroep 23/35984/GA tegen de beklaguitspraak gelijktijdig met dit beroep 23/35070/GA wordt behandeld. In het beroep 23/35984/GA zijn nog niet alle stukken ontvangen van de beklagcommissie. Wanneer alle stukken – waaronder de uitgewerkte uitspraak - ontvangen zijn, zullen partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken. Daarna kunnen beide beroepen inhoudelijk worden behandeld. Dat zal de beroepscommissie doen in één uitspraak. Alle stukken van beide beroepen en alle schriftelijk en mondeling ingenomen standpunten zullen in beide beroepen worden betrokken.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de behandeling van het beroep 23/35070/GA aanhouden totdat gelijktijdig uitspraak kan worden gedaan in het beroep 23/35984/GA.

 

4. De tussenuitspraak

De beroepscommissie houdt de behandeling van het beroep 23/35070/GA voor onbepaalde tijd aan en zal gelijktijdig uitspraak doen met het beroep 23/35984/GA.

 

 

Deze tussenuitspraak is op 17 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. R. Raat, voorzitter, dr. T. Jambroes en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven