Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1662/GB, 25 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1662/GB

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Grittenborgh te Hoogeveen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 juni 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b./ISD Haaglanden te Den Haag.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager woont in Groningen. Hij ziet zijn familie niet omdat de reistijd vijf uur is voor één uur bezoek. Dat is niet haalbaar. Een andere gedetineerde kan een nacht voor de zitting dichtbij in een h.v.b. zitten. Klager vraagt zich af waarom dat in zijn
geval niet mogelijk is.
De inrichting staat positief tegenover een overplaatsing, vooral nu klager zelden bezoek van familie ontvangt. Ook het OM heeft geen bezwaar tegen een overplaatsing. Daarbij heeft de selectiefunctionaris niet aangegeven dat het in verband met de
celcapaciteit niet mogelijk is om klager naar Hoogeveen over te plaatsen. In verband hiermee wordt verwezen naar artikel 15, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, artikel 3 en artikel 4 van de Pbw. Voorts zijn de problemen die eventueel zouden
kunnen ontstaan voor DV&O onvoldoende geconcretiseerd en ook nog een onzekere factor.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Indien klager naar een h.v.b. in het noorden van het land wordt overgebracht, zal het voor DV&O geen haalbare zaak zijn om klager naar een zitting in Den Haag te vervoeren. Het OM realiseert zich wellicht onvoldoende welke problemen voor DV&O optreden
indien klager wel wordt overgeplaatst. Naar aanleiding van dit beroep is contact opgenomen met het b.s.d. van het h.v.b./ISD Haaglanden. Meegedeeld werd dat klager regelmatig bezoek ontvangt. De bezoekerslijsten zijn bijgevoegd. Het is niet te
ontkennen
dat het voor klagers vrouw en kinderen uitermate lastig is om klager te bezoeken, maar in dit geval weegt het belang om een preventief gehechte zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting in te sluiten zwaarder.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bij de plaatsing van preventief gehechte gedetineerden geldt als uitgangspunt dat deze worden geplaatst in een inrichting zo dicht als mogelijk bij de plaats waar de strafvervolging geschiedt, zulks in het kader van de zorg voor een goede
rechtsgang. Aan dat uitgangspunt is in dit geval voldaan. Van dat uitgangspunt kan worden afgeweken indien er sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden, dat die een plaatsing elders rechtvaardigen of noodzakelijk maken, dan wel dat in het kader
van een optimale capaciteitsbenutting plaatsing elders is vereist. De door klager aangevoerde bijzondere omstandigheden zijn – mede op basis van nader terzake vastgestelde feiten – als onvoldoende zwaarwegend aan te merken. Plaatsing elders in verband
met de optimale benutting van de celcapaciteit is hier niet aan de orde. Gezien het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 25 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven