Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27837/GA, 14 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/27837/GA

                                   

Betreft [Klager]

Datum 14 april 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen:

a.         een disciplinaire straf in de vorm van een waarschuwing vanwege opruiend gedrag, gegeven op 11 maart 2022;

b.         de beslissing van 11 maart 2022 om klager op een individueel programma te plaatsen voor de duur van vier dagen (de beroepscommissie begrijpt: een ordemaatregel van uitsluiting van activiteiten).

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 2 juni 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in beklag a. en beklag b. ongegrond verklaard (IJ-2022-409). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. B.N.R. Maenen, en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Beklag a.

Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Formeel betreft de waarschuwing wel een – hetzij juridisch incorrecte – disciplinaire straf waartegen beklag openstaat. Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Beklag b.

Het standaardbedrag voor vier dagen ten onterechte een ordemaatregel ondergaan bedraagt €40,-. Klager heeft de aangeboden compensatie van €12,50 geweigerd, omdat dit bedrag lager is dan 1/3 van €40,- die klager bij een formele gegrondverklaring zou moeten worden toegewezen. Klager heeft de aangeboden tegemoetkoming geweigerd, omdat de klacht niet enkel formeel, maar ook materieel gegrond is. Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de directeur

De directeur persisteert bij het in de beklagprocedure gevoerde verweer en sluit voor het overige aan bij de uitspraak van de beklagrechter.

 

 

3. De beoordeling

Beklag a.

Hetgeen in beroep is aangevoerd inzake beklag a. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

Beklag b.

Uit de stukken volgt dat de directeur erkent dat klager op een individueel programma (lees ordemaatregel uitsluiting van deelname aan activiteiten) is geplaatst, zonder dat deze beslissing op schrift is gesteld en aan klager is uitgereikt. Naar het oordeel van de beroepscommissie had de beklagrechter het beklag daarom in zoverre gegrond moeten verklaren. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag in zoverre alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie is overigens van oordeel dat de directeur in redelijkheid klager vier dagen van deelname aan activiteiten heeft kunnen uitsluiten, gelet op klagers gedrag zoals beschreven in de schriftelijke waarschuwing.

Door de directeur is aan klager een tegemoetkoming van €12,50 aangeboden, die door klager  niet is aanvaard. Gelet op de standaardbedragen van de beroepscommissie voor tegemoetkoming, de hoogte van de aangeboden tegemoetkoming die als passend kan worden aangemerkt en klagers weigering die aangeboden tegemoetkoming te accepteren, acht de beroepscommissie het toekennen van een tegemoetkoming thans niet meer op zijn plaats.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart dit beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

 

Deze uitspraak is op 14 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. M. Iedema, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter