Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33471/GM, 16 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/33471/GM

    

           

Betreft  klager

Datum  16 oktober 2023

 

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klagers raadsvrouw, mr. C. Dirkzwager, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat de diagnose scabiës te laat is gesteld.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klagers raadsvrouw en de heer [...], plaatsvervangend hoofd zorg, namens de inrichtingsarts, gehoord op de digitale zitting van 13 september 2023.

Omdat met klager geen verbinding tot stand kon worden gebracht, is afgesproken dat hij in de gelegenheid wordt gesteld om nog schriftelijk te reageren. Op 13 september 2023 is namens klager een nadere reactie ontvangen.

Op 26 september 2023 is een nadere reactie ontvangen van [plaatsvervangend hoofd zorg].

 

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De diagnose is te laat gesteld, maar ook is verkeerde medicatie voorgeschreven en te kort. Klager was blij met het aangeboden bedrag, maar de enorme last die klager heeft gehad en het verkeerd wassen van zijn kleding rechtvaardigden niet de hoogte van dat bedrag. Klager heeft de instructies opgevolgd door zijn kleding en linnengoed in een afgesloten vuilniszak te bewaren voor de duur van 72 uur. Daarna kreeg hij de instructie om alles wat in de vuilniszak zat te wassen in speciaal daarvoor aangeleverde waszakken van de piw-ers. Deze waszakken waren echter gekleurd, waardoor alle wasgoed ook is verkleurd.

De geldelijke tegemoetkoming van €250,- is niet meer aan de orde, terwijl klager ongeveer een jaar last heeft gehad van (extreme) jeuk en zijn kleding is verkleurd doordat hij instructies heeft opgevolgd. Om die reden zou hij graag zien dat er een hogere geldelijke tegemoetkoming wordt toegekend.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Het geldelijke aanbod dat klager is gedaan is ingetrokken en geldt niet meer. Het klopt dat scabiës laat is geconstateerd. Het is daarbij wel zo dat scabiës lastig is te ontdekken. Klager is daarvoor naar de dermatoloog geweest en hij heeft medicatie gekregen. Dat had sneller gekund. Er bestonden inderdaad al problemen met scabiës in de inrichting, maar dat betrof niet elke afdeling. Klager voert verder nog aan dat hij niet extra heeft kunnen douchen en dat zijn kleding is beschadigd omdat deze vaak en niet goed is gewassen. Extra douchen is altijd mogelijk op de afdeling. Op de afdeling zijn adviezen gegeven om alle kleding en linnengoed op een hoge temperatuur te wassen om de mijt te doden. Verder is geadviseerd om alles in zakken te doen en gedurende 72 uur luchtdicht te laten zitten.

Er is onderzoek gedaan naar de verkleurde kleding en de jas die volgens klager gescheurd zou zijn door het wassen. Gebleken is dat klager de verkleurde kleding heeft uitgevoerd om vervolgens nieuwe kleding in te voeren. Bij het personeel is geen melding bekend van het verkleuren van de kleding door het wassen. Klager heeft afstand van de jas gedaan en deze in de afvalbak gedeponeerd.   

 

3. De beoordeling

 

Waartegen is het beroep gericht?

Volgens het namens klager ingediende beroepschrift is het beroep gericht tegen een beslissing van de medisch adviseur van 18 april 2023. De beroepscommissie zal dit verbeterd lezen en het beroepschrift zo uitleggen dat het is gericht tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts.

 

Inhoudelijk

Uit het medisch dossier komt naar voren dat de eerste meldingen van klager over plekken op zijn huid en jeuk beginnen in augustus 2022. Er zijn daarna meer dan tien meldingen over aanhoudende jeukklachten tot op 3 oktober 2022 een verwijzing naar de dermatoloog wordt gemaakt. Op 24 oktober 2022 wordt de diagnose scabiës gesteld. Klager ondergaat tweemaal een behandeling tegen scabiës en de afdeling wordt op de hoogte gesteld van het protocol. Na de tweede behandeling dient klager op 31 januari 2023 zijn klacht in.

De beroepscommissie is van oordeel dat de diagnose scabiës sneller gesteld had kunnen en moeten worden. Hierbij is in aanmerking genomen dat sprake was van aanhoudende jeukklachten op plekken waar je die verwacht. Van goed onderzoek van de huid is niet gebleken. Gelet daarop moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €125,-.

Voor zover klager zich erover heeft beklaagd dat zijn kleding is vervaagd en verkleurd en zijn jas is gescheurd door het vele wassen, zal de beroepscommissie zich onbevoegd verklaren om over deze klachten te oordelen, nu het wassen van kleding en het beschikbaar stellen van waszakken onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de PI valt en geen medisch handelen betreft.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de klacht dat de diagnose scabiës te laat is gesteld gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €125,-.

De beroepscommissie verklaart zich voor het overige onbevoegd het beroep in behandeling te nemen.

 

 

Deze uitspraak is op 16 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. N.C.J.A.M. Kochx, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven