Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31896/GM, 30 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/31896/GM

               

Betreft [Klager]

Datum 30 oktober 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[Klager] (hierna: klager)

 

 

1. De procedure

Klagers raadsvrouw, mr. H.E. Berman, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet de juiste medicatie heeft ontvangen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft niet op tijd de juiste medicatie gekregen. Dit is vaker gebeurd en is vervelend voor hem. Klager heeft acht dagen moeten wachten voordat hij de juiste medicatie – Foster – kreeg. De medisch adviseur heeft klager gelijk gegeven. De reden van het beroep is dat de medisch adviseur geen tegemoetkoming kan toekennen aan klager. Het verzoek is om aan klager €5,- per dag toe te kennen dat hij zonder medicatie zat.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Op 6 september 2022 is klager binnengekomen in de PI Vught. Er is dan geen Foster gestart, omdat dit vanuit de vorige PI niet als chronische medicatie stond genoteerd. Op 16 november 2022 meldt klager dat hij de Foster mist. Deze medicatie wordt dan direct hervat.

 

 

3. De beoordeling

Op basis van het dossier stelt de beroepscommissie de volgende feiten en omstandigheden vast. Tijdens de intake in de PI Vught op      6 september 2022 heeft klager aangegeven dat hij astmamedicatie gebruikt: Salbutamol (zo nodig) en Foster. Op 9 november 2022 heeft klager verzocht om een herhaalrecept voor de Foster, maar hij kreeg in plaats van de verzochte medicatie op 10 november 2022 salbutamol. Op 11 en 16 november 2022 heeft klager nogmaals verzocht om de Foster. De Foster ontving hij op 18 november 2022.

De beroepscommissie is van oordeel dat klager te lang heeft moeten wachten op de door hem gevraagde medicatie. De inrichtingsarts stelt in beroep dat klager zich voor het eerst op 16 november 2022 heeft gemeld met een verzoek om de Foster. Deze stelling is niet aannemelijk geworden, omdat de beroepscommissie hiervoor heeft vastgesteld dat klager het gebruik van dit medicijn al eerder had gemeld.

Het handelen van de inrichtingsarts moet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet.

De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. Namens klager is door de raadsvrouw verzocht om hem een tegemoetkoming toe te kennen van (in totaal) €40,-. Dit bedrag komt de beroepscommissie niet onredelijk voor.

 

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €40,-.

 

Deze uitspraak is op 30 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. B.A. Geurts en N.C.J.A.M. Kochx, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven