Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32506/TA, 12 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/32506/TA

    

           

Betreft  [klager]

Datum  12 oktober 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet vrij gebruik mogen maken van de bankpas van zijn buitenrekening.

De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 28 februari 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (PN 2022/169). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager (telefonisch), zijn raadsvrouw, mr. I.A.C. van Mulbregt, en […], jurist bij de instelling, gehoord op de zitting van 7 september 2023 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Mr. G.J.M. Ankersmit, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Klager is de eigenaar van de bankpas en zou hier vrij over moeten kunnen beschikken. Doordat de instelling de bankpas van klager in beslag heeft genomen, kan klager niet meer vrij beschikken over zowel de bankpas als zijn bankrekening. De reden hiervoor zijn de binnen de instelling geldende huisregels. Klager is het niet eens met de gang van zaken en heeft zijn zorgmanager verzocht om een uitzondering te maken. De zorgmanager heeft vervolgens beslist om geen uitzondering te maken. Dit betreft een beklagbare beslissing die namens het hoofd van de instelling is genomen. Door deze beslissing is sprake van een vergaande beperking en een schending van het eigendomsrecht van klager.

Op basis van artikel 40 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden en artikel 8.5.1. van de huisregels had in klagers verpleeg- en behandelplan een uitzondering gemaakt moeten worden met betrekking tot het beheer van zijn eigen geld en het bezit van zijn persoonlijke bankpas. Klager is in staat om zijn eigen geld te beheren. Hij heeft inmiddels al een tijd verloven en werkt hard aan zijn terugkeer in de maatschappij. Overigens is klager bereid om de instelling inzicht te verschaffen met betrekking tot zijn uitgaven.

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

Namens het hoofd van de instelling is ter zitting verwezen naar het in de beklagprocedure ingediende verweerschrift.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid

Klager is niet ontvankelijk verklaard in zijn beklag, nu hij zich naar het oordeel van de beklagcommissie heeft beklaagd over een algemene regel die geldt voor alle verpleegden op de afdeling en beklag tegen algemeen binnen de instelling voor alle verpleegden geldende regels niet mogelijk is. 

Ingevolge artikel 56, eerste lid, aanhef en onder e, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) kan een verpleegde bij de beklagcommissie beklag doen over een beslissing van het hoofd van de instelling die een beperking inhoudt van een recht dat hem op grond van een bij of krachtens deze wet gegeven voorschrift dan wel enig ander wettelijk voorschrift of een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt.

In artikel 8.5.1 en artikel 8.5.3 van de huisregels van de instelling is geregeld dat het geld van verpleegden door het hoofd van de instelling wordt beheerd, tenzij in het verplegings- en behandelingsplan anders is bepaald. Voorts blijkt uit bijlage VI van de huisregels van de instelling dat voorwerpen die gelet op het gebruik naar hun aard als betaalmiddel worden ingezet, zoals niet op legale wijze in bezit zijnde telefoonkaarten, bankpassen en creditcards, verboden zijn, maar dat daarvoor een algemene dan wel individuele ontheffing kan worden verleend.

Uit de toelichting die namens het hoofd van de instelling is gegeven ter zitting van de beklagcommissie blijkt dat klagers zorgmanager geen ontheffing heeft verleend. De beroepscommissie gaat ervan uit dat het beklag is gericht tegen de beslissing van de zorgmanager om geen ontheffing te verlenen met als gevolg dat klager niet vrij over zijn bankpas kan beschikken. Gelet hierop zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag.

 

Inhoudelijk

Klager stelt dat hij vrij over de bankpas van zijn buitenrekening moet kunnen beschikken, omdat hij in staat is zijn gelden zelf te beheren.

Het niet geven van een ontheffing op de algemeen geldende regel kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, in dit geval niet onredelijk of onbillijk worden genoemd. In het behandelingsplan van klager is niet opgenomen dat klager vrij over de bankpas van zijn buitenrekening mag beschikken en dit maakt deel uit van klagers behandeling waarin de beroepscommissie niet kan treden. De bankpas blijft zijn eigendom en klager kan onder toezicht van een sociotherapeut zijn bankpas gebruiken, hetgeen valt onder de beheersbevoegdheid van het hoofd van de instelling over klagers financiën.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag, maar dit beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 12 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en drs. W.M. van der Vlist, leden, bijgestaan door mr. C.K. van Dijk, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven