Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31393/GM en 23/32679/GM, 28 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/31393/GM en 23/32679/GM
    
            
Betreft    klager
Datum    28 september 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van

klager (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klagers raadsman, mr. E.J.M.J. Damen, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat:  
23/31393/GM
a de zorg voor zijn keel- en maagklachten onvoldoende is geweest (klacht van 1 oktober 2022)
23/32679/GM
b de zorg voor zijn keel- en maagklachten onvoldoende is geweest (klacht van 12 december 2022;
c de medische dienst geen medicatie, triamcinolon en ketoconazol crème, levert. 

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman gehoord op de digitale zitting van 13 september 2023

De inrichtingsarts heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

 


2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De raadsman wijst erop dat hij verzoekbriefjes van klager heeft ontvangen en deze een week voor de zitting heeft doorgestuurd. Klager is gedurende een lange periode niet serieus genomen in zijn keel- en maagklachten. Hij heeft iedere keer navraag moeten doen, om maar hulp te krijgen. Bepaalde termijnen zijn niet gehaald, zoals in het medisch journaal is beschreven. Afgesproken was om na een aantal weken te kijken of nader onderzoek nodig was. Die termijn verstrijkt dan. Klager geeft dat op een verzoekbriefje aan, ook dat zijn klachten niet over zijn en dat hij verder onderzoek wil. Hieruit blijkt de noodkreet van klager. Hij wil hulp en krijgt dat niet. Er is recentelijk pas onderzoek gedaan. In de maanden november en december 2022 is te weinig gedaan om tot een oplossing van de klachten van klager te komen. Klager heeft er alles aan gedaan om behandeld te kunnen worden. Hij was angstig, omdat zijn moeder op jonge leeftijd is overleden. Er is nalatig gehandeld door de inrichtingsartsen. 

Klager geeft aan dat het laboratorium in juli 2023 eindelijk het probleem heeft gevonden. Klager heeft zieke darmen. Dit kan betekenen dat hij een chronische ontsteking in zijn darmen heeft of darmkanker. Hij heeft een maagonderzoek gehad in juni 2023. Met zijn maag is alles goed. Klager heeft nog steeds keelklachten. Desgevraagd geeft klager aan dat hij vaak om een afspraak heeft gevraagd, maar geen reactie kreeg. Hij heeft vaak gezegd dat hij een darmonderzoek wilde en ook dat zijn moeder is overleden aan darmkanker. Er wordt gelogen over het feit dat er een bloedonderzoek heeft plaatsgevonden. Klager heeft gevraagd naar de resultaten daarvan, maar die zijn ze kwijtgeraakt.
  
De crème gebruikt klager niet meer. Hij heeft nog steeds last van schimmel, maar de arts zegt dat klager de crème niet meer hoeft te gebruiken. Klager is het daar niet mee eens.

Standpunt van de inrichtingsarts
Schriftelijk is aangegeven dat de arts die klager heeft beoordeeld niet meer in dienst is.
De nieuwe arts weet niet wat zijn afwegingen zijn geweest en kan niet meer dan aangeven welke stukken in het medisch dossier over de klachten gaan.

De nieuwe huisarts is sinds begin januari 2023 de huisarts van klager. Vanwege aanhoudende maagklachten is een helicobacter onderzoek verricht, die negatief was. Bij aanhoudende maagklachten en een positieve familieanamnese (klagers moeder is overleden aan maagkanker) vindt de huisarts de zorgen van klager invoelbaar en heeft zij hem verwezen naar de MDL-arts voor een gastroscopie. De MDL-artsen hebben het beleid eerst telefonisch consult te doen met de patiënt alvorens een gastroscopie te plannen. Dit is inmiddels gebeurd en de gastroscopie is gepland. De huisarts heeft geen invloed op de wachttijden in het ziekenhuis.

 

3. De beoordeling
Waartegen is het beroep gericht?
Volgens de namens klager ingediende beroepschriften is het beroep gericht tegen een beslissing van de medisch adviseur. De beroepscommissie zal dit verbeterd lezen en het beroepschrift zo uitleggen dat het is gericht tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts.

De maagklachten
De beroepscommissie stelt vast dat klager in de periode juni 2022 tot januari 2023 vaak voor deze klachten is gezien. In augustus 2022 is voor de eerste keer medicatie voorgeschreven. In november 2022 is een faecesonderzoek gedaan op Helicobacter pylori dat een negatief resultaat liet zien. Een lichamelijk onderzoek van de buik heeft niet plaatsgevonden.
Op 6 januari 2023 wordt er in het medisch dossier voor het eerst melding van gemaakt dat klager bang is voor maagkanker, omdat zijn moeder op jonge leeftijd is overleden aan maagkanker. Uit het verslag van het bemiddelingsgesprek op 17 november 2022 komt echter naar voren dat dit gegeven op dat moment ook al bekend was.

Op grond van de NHG-standaard maagklachten had er gelet op bovenstaande informatie  eerder verwijzing van klager voor nader onderzoek moeten plaatsvinden. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts ten aanzien van de maagklachten moet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepen zullen daarom in zoverre gegrond worden verklaard.

De keelklachten
Het beleid ten aanzien van de keelklachten is conform de richtlijnen. De beroepen zullen daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.


Niet leveren van medicatie
Desgevraagd is door de medische dienst op dit punt geen medisch dossier gestuurd en is ook geen reactie gegeven. Nu deze klacht van klager onweersproken is gebleven, acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat de medicatie niet tijdig is besteld.
Het beroep zal dan ook in zoverre gegrond worden verklaard. 

De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager voor de gegrond verklaarde klachten een tegemoetkoming toe te kennen en stelt deze vast op een bedrag van in totaal €150,-.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de maagklachten en het niet leveren van medicatie gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van in totaal €150,-. 
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de keelklachten ongegrond.


Deze uitspraak is op 28 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. N.C.J.A.M. Kochx, leden, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven