Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28390/GA, 17 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/28390/GA

               

Betreft  [Klager]

Datum  17 oktober 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het nalatig handelen van het personeel met betrekking tot het (in)plannen van zijn huwelijk vanuit de inrichting.

De beklagrechter bij de locatie Roermond heeft op 7 juli 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (R-2022-258). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.S. Sewgobind, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Nu het mogelijk is om te trouwen in de inrichting, valt het faciliteren van de huwelijksvoltrekking onder de zorgplicht van de directeur. Klager had dan ook moeten worden ontvangen in zijn beklag.

Klager heeft op 28 september 2021 zijn partner ten huwelijk gevraagd. Klager heeft hierna zijn casemanager herhaaldelijk verzocht om informatie over de huwelijksvoltrekking in de inrichting. Eerst in januari 2022 zou een afspraak met de gemeente plaatsvinden, die vervolgens is afgezegd in verband met de toen geldende coronamaatregelen. Er is door de directeur niet aannemelijk gemaakt dat er in de periode van september 2021 tot en met januari 2022 voldoende inspanningen zijn verricht om klager in staat te stellen te trouwen met zijn partner. De directeur is dan ook in zijn zorgplicht jegens klager te kort geschoten. Klager begrijpt dat een huwelijksvoltrekking in de inrichting anders verloopt dan in de buitenwereld, maar hij is pas na het instellen van zijn beklag serieus genomen in zijn verzoek.

Voor het overige wordt verwezen naar hetgeen in de beklagprocedure is aangevoerd.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

Vooropstellend is er geen sprake van een beslissing van de directeur. Mocht de beroepscommissie klager toch ontvankelijk achten in zijn beklag, dan geldt het volgende.

Met name de procedure bij de gemeente heeft enkele weken geduurd, waarbij door de toen geldende coronamaatregelen extra vertraging is ontstaan. De casemanager heeft klagers verzoek om een huwelijk in gang te zetten via de backoffice aan de gemeente voorgelegd. Daarna dienden klager en zijn partner enkele zaken bij de gemeente aan te leveren. In januari 2022 werd een afspraak met de gemeente afgezegd vanwege de toen geldende coronamaatregelen. Tijdens bemiddelingsgesprekken met klager werd duidelijk dat de getuigenlijst niet meer actueel was en heeft klager deze geactualiseerd. Vervolgens heeft klager een datum voor zijn huwelijk ontvangen.

 

3. De beoordeling

De ontvankelijkheid van klager in beklag

Nalatig handelen van het personeel kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet, als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

In de door klager gestelde omstandigheden, zou het nalatig handelen van het personeel met betrekking tot het (in)plannen van zijn huwelijk vanuit de inrichting – dat op het moment dat klager in beklag ging al vijf maanden aan de orde zou zijn – een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur kunnen zijn. Daarom heeft klager belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beklag. Gelet hierop zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het beklag beslissen.

 

De inhoudelijke beoordeling

Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat het voor klager teleurstellend is geweest dat zijn huwelijk vanuit de inrichting niet eerder kon plaatsvinden, is gelet op het door de directeur geschetste tijdspad naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende aannemelijk geworden dat de directeur structureel en in belangrijke mate is tekortgeschoten in zijn verzorgende taken. Daarom moet het beklag ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 17 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter, mr. D. van der Sluis en mr. B. van der Werf, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven