Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32681/GA en 23/32601/GA, 27 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32601/GA en 23/32681/GA 
    

Betreft    [Klager]
Datum    27 september 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur)

en van

[Klager] (verder: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het feit dat het hem niet meer is toegestaan om een eigen radio met aux-aansluiting op zijn eigen cel te hebben, en dat hij nu (tegen betaling) een voor hem niet geschikte radio van de PI moet huren.

De beklagcommissie bij de PI Alphen heeft op 13 maart 2023 het beklag gegrond verklaard, en geen tegemoetkoming toegekend (AR-2023-204). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Zowel klagers raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, als de directeur van de PI Alphen, hebben beroep ingesteld tegen de uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw gehoord op de (digitale) zitting van 12 mei 2023. Verder is gehoord […], juridisch medewerker bij de PI Alphen. De voorzitter heeft bepaald dat van het verhandelde ter zitting verslag zal worden opgemaakt en dat de procespartijen de gelegenheid krijgen daar desgewenst binnen een gegeven termijn schriftelijk op te reageren. Dit verslag is opgemaakt op 8 juni 2023 en op 9 juni 2023 toegezonden naar procespartijen.

De juridisch medewerker van de inrichting heeft op 13 juni 2023 gereageerd op het verslag, de raadsvrouw op 14 juni 2023. De schriftelijke reacties op het verslag van horen zijn (telkens) naar de procespartijen verstuurd met de mogelijkheid om daarop – binnen een gegeven termijn – te reageren. 

De schriftelijke standpunten, naast de ter zitting ingenomen standpunten, zijn door de beroepscommissie meegenomen bij de beoordeling.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De vraag is of de directeur ontvankelijk is in het beroep. De directeur heeft een pro forma beroepschrift ingediend. Er is een brief vanuit de Raad naar de directeur gestuurd, met daarin het verzoek om het pro forma beroepschrift uiterlijk 31 maart 2023 van gronden te voorzien. Pas op 5 april 2023 zijn er gronden ontvangen. Dat is te laat. 

De radio werkte voor klager als een versterker. Hij kon deze met een aux-kabel aansluiten op de TV. Hierdoor was het voor hem mogelijk om het geluid te horen van de TV. Het hoeft niet per se om een radio te gaan, een geluidsbox had ook volstaan. 

Toen klager op de hoogte raakte van het memo ‘gewijzigde regelgeving radio/cd-speler’ (verder: memo) en hij wist dat hij zijn eigen radio niet meer op cel mocht hebben, heeft hij dit probleem direct met zijn mentor besproken. De mentor en klager hebben ook een gesprek gehad hierover met het afdelingshoofd. Het afdelingshoofd heeft aan klager gevraagd of hij contact mocht opnemen met de medische dienst om zo informatie in te winnen over de medische toestand van klager, in het bijzonder de vraag of klager slechthorend is. Daarna is aan klager een terugkoppeling gegeven door het afdelingshoofd en heeft het afdelingshoofd gezegd dat hij in gesprek zou gaan met de directeur hierover, nu het een bijzondere omstandigheid betreft. Vervolgens heeft het afdelingshoofd een gesprek gehad met de directeur, die heeft aangegeven dat hij geen uitzondering maakte en dat klager zijn eigen radio en/of een geluidsbox niet op cel mocht hebben. Klager heeft verschillende gesprekken gehad voordat hij een klacht heeft ingediend. Tijdens de behandeling van de klacht heeft hij ter zitting hetzelfde verzoek gedaan aan de directeur, maar ook toen werd het door de directeur geweigerd.

Klager heeft wel degelijk verzocht om een uitzondering te maken en omdat er uiteindelijk geen uitzondering is gemaakt, heeft hij een klacht ingediend. Klager begrijpt dat er een memo is opgemaakt en dat het achterliggende idee daarvan is dat voorkomen moet worden dat in eigen radio’s contrabande wordt verstopt. Klager heeft echter nooit contrabande ingevoerd en zal dat ook niet doen. Klager is erg afhankelijk van zijn radio. 

Het beklag van klager is door de beklagcommissie gegrond verklaard. De beklagcommissie heeft geadviseerd aan beide partijen om beroep in te stellen tegen deze uitspraak. De reden dat klager beroep heeft ingesteld, is omdat aan hem geen tegemoetkoming is toegekend. Het probleem is echter ook dat hij zijn radio mocht houden, tot het moment dat hij werd overgeplaatst naar de PI Leeuwarden. Klager heeft dus strikt gezien geen schade geleden in de PI Alphen. In de PI Leeuwarden mag klager zijn oude radio nog op cel hebben. Binnenkort zal ook hier – vermoedelijk na uitspraak in deze zaak – verandering in worden gebracht, doordat er een huisregel of memo wordt opgesteld, waarin is opgenomen dat het niet meer is toegestaan om een eigen radio op cel te hebben. 

De argumenten die door de beklagcommissie worden genoemd en die hebben geleid tot gegrondverklaring van het beklag, worden ook in het klaagschrift genoemd. Als klager een radio moet huren, maakt hij hoge kosten. Hij zit nog 27 jaar gedetineerd en moet dan elke week €2,- betalen.

Standpunt van de directeur
Op 16 maart 2023 is er een pro forma beroepschrift ingediend. Door de RSJ is bericht dat dit pro forma beroepschrift niet van gronden was voorzien en dat uiterlijk op 9 april 2023 het beroepschrift van gronden moest zijn voorzien. Op 5 april 2023 is de motivering opgestuurd door de inrichting. Daarmee zijn de gronden tijdig ingediend en is de directeur ontvankelijk in het beroep. 

Er is geen sprake van een beklagwaardige beslissing. De klacht richt zich tegen een algemeen geldende regel waartegen geen beklag of beroep openstaat. Klagers kunnen bij klachten tegen algemeen geldende regels slechts worden ontvangen in hun beklag, indien deze regels in strijd zijn met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is niet gebleken. Uit wet- of regelgeving volgt immers niet dat gedetineerden recht hebben op een eigen radio. 

De achterliggende reden van het memo is dat radio’s worden gebruikt voor het verstoppen van contrabande. Van de directeur kan niet verwacht worden dat hij bij elke gedetineerde voorafgaand aan het verstrekken van een huurradio, eerst een afweging moet maken of de gedetineerde een eigen radio op cel mag hebben. Bij het verstrekken van een radio wordt geen rekening gehouden met gedetineerden met gehoorproblemen of met de mogelijkheid om deze aan te sluiten op de TV. 

Klager heeft geen verzoek gedaan bij de directeur om af te wijken van de regel. Klager heeft ook geen verzoek gedaan om een geluidsbox. Klagers eigen radio is niet van zijn cel gehaald. Klager heeft ook niet gevraagd welke radio hij vervolgens krijgt als het niet meer is toegestaan om een eigen radio op cel te hebben. Als klager wel een verzoek had gedaan om af te wijken van het memo, dan zou daar serieus naar zijn gekeken en was er een belangenafweging gemaakt.
 
Het memo dateert van 23 februari 2023, dat is een donderdag. Na het weekend – op de eerstvolgende maandag – is er beklag ingesteld. Voorafgaand is er geen uitdrukkelijk verzoek gedaan door klager om van de regeling af te wijken. Klager is meteen in beklag gegaan. Naar aanleiding van het schriftelijk verslag van horen, is er navraag gedaan hierover bij de afdeling. Er heeft tussen 23 februari 2023 (dag van ontvangst memo) en 27 februari 2023 (dag waarop beklag is ingesteld) geen gesprek plaatsgevonden tussen klager en zijn mentor en/of het afdelingshoofd.

 

3. De beoordeling
Ontvankelijkheid directeur in beroep
Volgens het ter zitting ingenomen standpunt van de raadsvrouw, heeft de directeur het pro forma ingestelde beroep te laat van gronden voorzien, waardoor de directeur niet zou kunnen worden ontvangen in beroep. De beroepscommissie volgt de raadsvrouw hierin niet. De directeur heeft uiterlijk tot 9 april 2023 de mogelijkheid gehad om het op 16 maart 2023 ingediende pro forma beroepschrift van gronden te voorzien. Dit heeft de directeur op 5 april 2023 gedaan. Daarmee is het beroep tijdig ingesteld en ook tijdig met redenen omkleed. 

Heeft klager verzocht om een uitzondering?
De vraag die de beroepscommissie vervolgens moet beantwoorden, is of klager heeft gevraagd om voor hem een uitzondering te maken en daarmee af te wijken van het memo.

Ter zitting heeft klager aangevoerd dat hij kort na het uitvaardigen van het memo, een gesprek hierover is aangegaan met zijn (toenmalige) mentor en het afdelingshoofd. Tijdens dit gesprek heeft klager verzocht om een uitzondering voor hem te maken, in de zin dat hij een radio of een geluidsbox met aux-aansluiting op zijn cel wil. Ter zitting heeft de juridisch medewerker aangevoerd dat klager geen verzoek heeft gedaan om af te wijken van het memo.

Naar aanleiding van deze standpunten heeft de voorzitter via het verslag van horen aan de directeur verzocht na te gaan of klager een gesprek heeft gehad met zijn (toenmalige) mentor en/of het afdelingshoofd en, indien dit gesprek heeft plaatsgevonden, of tijdens dit gesprek klager heeft verzocht een uitzondering te maken op de regel die is verwoord in het memo.
Uit navraag door de juridisch medewerker bij de afdeling volgt – onder meer – dat er géén gesprek heeft plaatsgevonden tussen klager en zijn mentor en/of het afdelingshoofd tussen 23 en 27 februari 2023, respectievelijk de dag van ontvangst van het memo en de dag waarop klager beklag heeft ingesteld. De beroepscommissie heeft geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van deze inlichtingen en zal deze dan ook als uitgangspunt nemen voor de verdere beoordeling.

Algemene regel
In artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) is bepaald dat een gedetineerde beklag kan instellen tegen een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Hoewel het memo uiteraard ook voor klager geldt en het dus (ook voor hem) niet meer is toegestaan om een eigen radio op cel te hebben en hij een radio dient te huren, gaat het hier niet om een (specifiek) jegens klager genomen beslissing maar om een algemeen geldende regel. Tegen een dergelijke algemene regel staat in beginsel geen beklag open. 

Dit beginsel lijdt slechts uitzondering in gevallen waarin de algemene regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving. De beroepscommissie is van oordeel dat hiervan geen sprake is. Ook is niet aannemelijk geworden dat klager een concreet verzoek heeft ingediend om voor hem een uitzondering te maken op het memo, en dat dit verzoek vervolgens door of namens de directeur is afgewezen (waarbij het niet beslissen op het verzoek zou zijn op te vatten als een afwijzing). 

Nu er geen sprake is van een beklagwaardige beslissing in de zin van artikel 60 van de Pbw, dient klager om die reden alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag. Het beroep van de directeur zal gelet op die conclusie gegrond worden verklaard. Het beroep van klager zal om die reden ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ongegrond. 


Deze uitspraak is op 27 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. A. Pahladsingh en M. Bakker, MSc., leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter

Naar boven