Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1417/GB, 15 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1417/GB

Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in paviljoen A van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 januari 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Lelystad. Op 11 april 2008 is hij geplaatst in paviljoen A van de locatie Westlinge, een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en een normaal
beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna de Regeling).

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
In de brief van 9 april 2008 heeft de selectiefunctionaris klager bericht dat hem geen regimair verlof wordt verleend tenzij hij de komende maanden een regeling treft met het CJIB. Klager heeft in zijn bezwaarschrift aangegeven dat hij wel degelijk
heeft geprobeerd een regeling te treffen met de benadeelde en het CJIB. Het voorstel van het CJIB was € 8.000,= per maand. Klager kon dat niet opbrengen. Hij heeft wel zijn totale loon willen overdragen om zo te horen wat er voor hem en zijn gezin
overbleef om van te leven, maar dat werd niet geaccepteerd. In de brief van 2 juni 2008 schrijft de selectiefunctionaris niet meer ‘mits er een regeling wordt getroffen’, maar dient het gehele bedrag ineens betaald te worden. Het b.s.d. vond het vreemd
dat klager zonder regimair verlof in de inrichting was geplaatst en heeft de selectiefunctionaris om uitleg gevraagd. Niet duidelijk is of artikel 20 van de Regeling voor klager geldt. Verwezen wordt naar 07/3105/GB van 25 april 2008. Klager heeft het
TR-traject inmiddels positief afgerond. Klagers kinderen van vijf en zes jaar oud willen niet op bezoek komen omdat het voor hen lichamelijk en mentaal te zwaar is. Klager wil graag detentiefasering om redelijk contact te houden met vrouw en kinderen,
waardoor er een gezonde basis zal zijn wanneer klager weer vrij is. Klager was aanvankelijk algemeen verlof verleend ingaande op 5 juli 2008, maar hij heeft drie dagen tevoren te horen gekregen dat dit verlof geen doorgang kon vinden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor de locatie Westlinge, gevangenis met een normaal beveiligde afdeling conform artikel 20, tweede lid, van de Regeling. In de toelichting van de trajectbegeleider is duidelijk aangegeven dat, indien klager een
betalingsregeling
heeft getroffen met het CJIB, hij voor verdere fasering in aanmerking zal komen. De selectiefunctionaris heeft dit overgenomen in de selectiebeslissing. Achteraf blijkt dit onjuist te zijn, immers als klager een betalingsregeling met het CJIB treft,
heeft dit tot gevolg dat de gijzeling wordt opgeheven en klager met ontslag gaat. Omdat klager niet de verplichting tot betaling van de schadevergoeding aan het slachtoffer is nagekomen, is hij op 21 januari 2008 ingesloten op grond van de zgn.
Terwee-titel. In principe had klager in het h.v.b.-regime moeten blijven, maar gezien klagers positieve houding ten aanzien van de uitkomst van het Risc-onderzoek terwijl hij gemotiveerd aan een budgetteringstraining wilde deelnemen, is klager
geselecteerd voor de b.b.i. Westlinge, waar de mogelijkheid bestaat om de gedragsinterventies te ondergaan.

4. De beoordeling
4.1. Klager is gedetineerd in het kader van de oplegging van een schadevergoedingsmaatregel, (een zgn. Terwee-maatregel) waarbij in geval van niet (volledige) betaling of (volledig) verhaal vervangende hechtenis wordt toegepast. Gelast is dat 365
dagen vervangende hechtenis worden tenuitvoergelegd.

4.2. Klager is geselecteerd voor paviljoen A van de locatie Westlinge, een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling.

4.3. Het beroep is gericht tegen de - impliciete - beslissing om klager niet te selecteren voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting met regimesgebonden verlof.
Klager ondergaat thans vervangende hechtenis die niet in aansluiting op gevangenisstraf wordt tenuitvoergelegd. Dat betekent dat hij gelet op artikel 4 van de Regeling, waar er bij zijn detentie geen sprake is van een strafrestant, niet in aanmerking
komt voor detentiefasering. Het beroep is derhalve ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven