Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32716/TA, 12 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Nummer          23/32716/TA

    

Betreft  [klager]

Datum  12 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het beschadigen, openen en de vertraging in de bezorging van advocatenpost van 17 oktober 2022.

De beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal (hierna: de instelling) heeft op 15 maart 2023 het beklag ongegrond verklaard (K-2022-364). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman gehoord op de zitting van 28 juli 2023 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.

Het hoofd van de instelling heeft op 26 juli 2023 schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen en heeft schriftelijk op het beroep gereageerd.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is het er niet mee eens dat de instelling niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het beschadigen, openen en de vertraging in de bezorging van de post van 17 oktober 2022 van zijn toenmalige advocaat T. In het dossier van klager zou staan dat die post beschadigd is aangetroffen bij de binnenkomende post. Nergens blijkt uit wat voor schade en wat er precies in het dossier staat. Tevens is onduidelijk of dit ziet op de buitenste envelop (bestemd voor de directeur) of – ook – op de binnenste envelop (bestemd voor klager). Volgens de beklagcommissie valt het, mede gezien de onjuiste adressering, niet uit te sluiten dat de schade aan het poststuk buiten de instelling is ontstaan. Er gaan nu twee dingen door elkaar. De onjuiste adressering zou hebben geleid tot een vertraging in de bezorging. Er is geen verband te vinden tussen onjuiste adressering en de beschadiging van de post. Nergens blijkt uit dat het twee weken duurt als de post verkeerd zou zijn bezorgd bij de FPA van Fivoor, terwijl het bestemd is voor de instelling. Bovendien staan in de onjuist geadresseerde brief aan de directeur de persoonsgegevens van klager alsmede de afdeling waar hij verblijft, Onyx, vermeld. De FPA had op basis daarvan de post spoedig door kunnen zenden naar de instelling en niet pas op 31 oktober 2022. Het lijkt erop dat de advocatenpost een tijd bij de FPA is blijven liggen en onder op de stapel is geraakt. De brief aan de directeur van de FPA is twee weken na verzending in de instelling gestempeld en aan klager uitgereikt. Nu de FPA en de instelling tot eenzelfde organisatie behoren, kan de instelling daar verantwoordelijk voor worden gehouden.

Klager heeft zijn advocatenpost ontvangen met tape dat niet van de advocaat is. De post is dan ook geopend en weer dichtgemaakt door een ander dan de advocaat, voordat klager het heeft ontvangen. Blijkens de werkwijze van postbezorgers wordt beschadigde post teruggezonden naar de afzender. Nu dit niet is gebeurd ten aanzien van de advocatenpost, kan het niet anders dan dat de beschadiging is toegebracht in de instelling. Naar het oordeel van klager is zijn beklag daarom ten onrechte ongegrond verklaard. Volgens klager is het frappant dat dit alleen gebeurt bij advocatenpost. Het is voorgekomen met post van zijn toenmalige advocaat T., maar ook twee keer met post van zijn huidige advocaat.

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

De beschadiging en de vertraging in de bezorging van het poststuk kan de instelling niet aangerekend worden.

Het poststuk is niet doelbewust of per abuis door medewerkers van de instelling geopend. Het poststuk is op 31 oktober 2022 beschadigd in de instelling aangekomen. Hoewel niet met zekerheid te achterhalen valt hoe de beschadiging is ontstaan, is het waarschijnlijk dat de post als gevolg van de onjuiste adressering door de postbezorger bij de FPA van Fivoor bezorgd is. De post is geadresseerd aan de FPA van Fivoor, een andere kliniek die zich bevindt op korte afstand van de instelling en een ander adres heeft dan de instelling. Waarschijnlijk is verder dat de post bij de FPA is opengemaakt, waarna men tot het inzicht is gekomen dat de post bestemd was voor een patiënt van de instelling, en de post vervolgens door een medewerker van de FPA is afgegeven bij de portiersloge van de instelling, maar dat is niet meer na te gaan. Het poststuk is op 31 oktober 2022 in beschadigde staat aangetroffen bij de binnenkomende post. Ter uitleg is door de patiëntenadministratie bij het beschadigde poststuk een excuusbrief aan klager gevoegd.

Ook de vertraging in de post is mogelijk te verklaren doordat de post in eerste instantie waarschijnlijk bij de FPA is bezorgd. Onduidelijk is op welke datum de post daar bezorgd zou zijn en waarom het wellicht enige tijd heeft geduurd voordat de brief vervolgens bij de instelling is afgegeven.

 

3. De beoordeling

Op basis van de stukken en van wat ter zitting is besproken, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie het beklag terecht ongegrond heeft verklaard. De beroepscommissie is met de beklagcommissie van oordeel dat de instelling niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de omstandigheid dat een brief van zijn toenmalige advocaat T. van 17 oktober 2022 met vertraging en beschadiging van de daarbij gevoegde post voor klager op 31 oktober 2022 aan klager is uitgereikt. De begeleidende brief van die advocaat van 17 oktober 2022 is onjuist geadresseerd aan de directeur van FPA De Kijvelanden met het verzoek vertrouwelijke post voor klager in de gesloten enveloppe aan klager te laten overhandigen. Weliswaar staan de persoonsgegevens van klager en de verblijfsafdeling in de brief van de advocaat vermeld, maar op die brief staat tevens het stempel met 31 oktober 2022 als datum van ontvangst in de instelling vermeld. Niet bekend en nog te achterhalen is wanneer de brief van de advocaat van 17 oktober 2022 met de vertrouwelijke post voor klager in de FPA is binnengekomen en doorgeleid naar de instelling. Verder is voldoende aannemelijk geworden dat deze post voor klager op 31 oktober 2022 in de instelling is ontvangen en diezelfde dag aan klager is uitgereikt met een excuusbrief waarin staat dat de post beschadigd in de instelling is ontvangen. De beroepscommissie heeft geen aanleiding daaraan te twijfelen. Anders dan door klager en zijn raadsman is gesteld, kan de instelling niet verantwoordelijk worden gehouden voor de postverwerking door de FPA en buiten de instelling ontstane schade aan het voor klager bestemde poststuk.

De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 12 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. dr. B.J.M. Frederiks en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven