Nummer 23/34403/GB
Betreft [klager]
Datum 11 oktober 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 24 april 2023 beslist klager te plaatsen in de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen.
Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 14 juni 2023 het bezwaar ongegrond verklaard.
Klagers raadsvrouw, mr. M.C. Coster, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Aan klager is een ISD-maatregel opgelegd. In dat kader heeft hij zijn voorkeur uitgesproken om in de PI Alphen te Alphen aan den Rijn te worden geplaatst, nu hij in die omgeving wenst te resocialiseren. Voor zover verweerder stelt dat klager niet in de omgeving van Alphen aan den Rijn staat ingeschreven, komt dit doordat hij al enige tijd in detentie verblijft. Dat doet niets af aan het feit dat hij zich na zijn invrijheidstelling wel in die omgeving wil vestigen.
Standpunt van verweerder
De PI Achterhoek is formeel aangewezen om uitvoering te geven aan de aan klager opgelegde ISD-maatregel, gelet op het arrondissement van veroordeling. De plaatsing in de PI Achterhoek is daarmee een juiste regionale plaatsing. Het parket van insluiting is leidend bij plaatsing in een ISD. Klagers wens om zich in een andere regio te vestigen is niet voldoende om een uitzondering op die regel te maken.
3. De beoordeling
Klager verbleef in de gevangenis van de PI Arnhem. Op 25 april 2023 is hij geplaatst in de ISD van de PI Achterhoek, omdat hij onherroepelijk is veroordeeld tot een ISD-maatregel.
Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) hoeft klagers arrondissement van vestiging in dit geval niet het uitgangspunt te vormen, nu artikel 25 van de Regeling slechts van toepassing is op gedetineerden die een gevangenisstraf ondergaan. Klager ondergaat momenteel een ISD-maatregel.
Verweerder stelt dat de PI Achterhoek, gelet op het arrondissement van veroordeling, formeel is aangewezen om uitvoering te geven aan de aan klager opgelegde ISD-maatregel. Verweerder heeft nagelaten te onderbouwen op grond waarvan het voorgaande zou gelden.
De beroepscommissie is evenwel van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager niet in de ISD van PI Achterhoek, maar in de ISD van de PI Alphen had moeten worden geplaatst. Zij overweegt daartoe als volgt.
Hoewel het de beroepscommissie niet onaannemelijk voorkomt dat een overplaatsing naar een andere inrichting vanuit het oogpunt van vestiging en resocialisatie na detentie in de rede kan liggen, is het de beroepscommissie niet duidelijk geworden welke zaken klager vanuit de PI Alphen wenst te regelen voor zijn resocialisatie en vestiging in de omgeving van Alphen aan den Rijn en waarom dat thans vanuit de PI Achterhoek niet (goed) mogelijk is (vergelijk RSJ 29 april 2022, 21/23556/GB).
Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 11 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. C. Fetter en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
secretaris voorzitter