Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1582/SGA, 3 juli 2008, schorsing
Uitspraakdatum:03-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1582/SGA

Betreft: [klager] datum: 3 juli 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) Nieuw Vosseveld te Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde inrichting, inhoudende de invoering van een ernstig inhumaan handboeienregime.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het tegelijkertijd met het schorsingsverzoek meegezonden klaagschrift d.d. 27 juni 2008 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 1 juli 2008. De voorzitter gaat er van uit dat het
klaagschrift inmiddels bij de beklagcommissie bij de p.i. Vught is ontvangen.
De advocaat van verzoeker, mr. M.J. Boers, heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een nadere reactie te geven op het door verzoeker ingediende schorsingsverzoek.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat de directeur een bewegingsvrijheidsbeperkende methode heeft ingevoerd, in die zin dat thans een ernstig inhumaan handboeienregime geldt. Deze beslissing zal de toets van redelijkheid en billijkheid niet kunnen doorstaan
en
verzoeker vraagt de voorzitter voor de toetsing van zijn verzoek de in zijn klaagschrift genoemde wetgeving in acht te nemen. Elk door verzoeker aangevoerd argument vormt reeds een grond voor gegrondverklaring van zijn beklag.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Op dit moment worden er ten aanzien van verzoeker geen ordemaatregelen ten uitvoer gelegd. Op 28 januari j.l. is er een tijdelijke veiligheidsmaatregel van kracht geworden waarin wordt
bepaald dat alle in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) verblijvende gedetineerden tijdens interne transporten van en naar de bezoekruimte, de sporthal en de overige ruimtes die buiten hun afdeling liggen, geboeid moeten zijn. Verzoeker en zijn
medegedetineerden zijn reeds in januari hiervan op de hoogte gebracht. De beslissing om verzoeker geboeid te transporteren is dan ook geen hem betreffende door of namens de directeur genomen individuele beslissing. Het boeien tijdens transporten
gebeurt, zolang dit in het belang van de veiligheid noodzakelijk is, consequent bij alle gedetineerden. Het betreft hier dus een uitvoering van tijdelijke algemeen geldende regelgeving. De reden voor deze tijdelijke veiligheidsmaatregel is gelegen in
het feit dat er in de EBI al geruime tijd grootschalige werkzaamheden door bouwvakkers plaatsvinden en op de gedetineerdenroutes kunnen zich allerlei materialen bevinden binnen handbereik van de gedetineerden. Bij oneigenlijk gebruik in handen van
gedetineerden kunnen deze materialen zeer ernstig gevaar opleveren voor de veiligheid van het personeel en voor de orde en veiligheid in de inrichting in zijn algemeenheid. Zodra de werkzaamheden beëindigd zijn en de gedetineerdenroutes weer helemaal
voldoen aan de veiligheidseisen binnen de EBI zal de tijdelijke veiligheidsmaatregel worden opgeheven en zullen de gedetineerden zich weer ongeboeid buiten hun afdeling kunnen verplaatsen. De voor alle gedetineerden geldende tijdelijke regel is strikt
noodzakelijk ter handhaving van de veiligheid en is niet strijdig met enige bepaling uit de PBW noch met enige bepaling uit hogere wet- of regelgeving. Nu er geen sprake is van een verzoeker betreffende door of namens de directeur genomen beslissing
dient verzoeker niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.

2. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 66, eerste lid van de Pbw, gelezen in verband met artikel 60, eerste en tweede lid, van de Pbw, kan slechts om schorsing van de tenuitvoerlegging worden verzocht van een beslissing van de directeur, waartegen beklag
open staat. De onderhavige beslissing van de directeur betreft een algemene voor alle in de EBI verblijvende gedetineerden geldende regel. In beginsel is tegen de wijze van uitvoering van een voor alle gedetineerden geldende algemene regeling geen
beklag mogelijk. Dit zou slechts anders zijn indien die regeling in strijd is met (hogere) wet- en regelgeving. Naar het voorlopige oordeel van de voorzitter is hier – marginaal toetsend – geen sprake van een zodanige strijd. Dat maakt dat de
beslissing waarvan om schorsing van de tenuitvoerlegging wordt verzocht – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – geen beslissing is als bedoeld in artikel 60, eerste of tweede lid van de Pbw. Om die reden kan verzoeker niet worden ontvangen in
zijn schorsingsverzoek.

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 3 juli 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven