Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29156/GA, 1 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/29156/GA

               

Betreft [klager]

Datum 1 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet kunnen luchten op 11 mei 2022.

 

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 18 augustus 2022 het beklag ongegrond verklaard (PL2022/383). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Lelystad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De medewerker kwam klager pas om 16:15 uur halen om te luchten, terwijl hij om 15:45 uur al gehaald had moeten worden. Het dagprogramma duurt tot 16:45 uur. Er werd dus maar dertig minuten luchten aangeboden. Dat is in strijd met artikel 49, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

 

Standpunt van de directeur

Het personeel geeft aan rond 16:00 uur bij klager te zijn geweest voor zijn luchtmoment. Klager was erg boos en weigerde alles. Hij heeft door eigen toedoen niet gelucht. Hij wilde niet meer luchten toen het hem werd aangeboden.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid van klager in het beklag

Klager schrijft in zijn klaagschrift (voor zover in beroep aan de orde) dat hij op 11 mei 2022 niet is opgehaald om te luchten.

 

(Per ongeluk) niet of te laat opgehaald worden om te luchten kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

 

De beroepscommissie neemt in elk geval aan dat er sprake is van een klacht met voldoende belang, als de klacht gericht is tegen een (vermeende) schending van een recht of zorgplicht die is vastgelegd in de Pbw en die in tijd en/of aantal bepaald is. Door dergelijke rechten en zorgplichten zo concreet en in de wet vast te leggen, heeft de wetgever immers duidelijk gemaakt dat die van wezenlijk belang zijn (ook als de schending niet structureel is).

 

Op grond van artikel 49, eerste lid, van de Pbw heeft klager recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet. Volgens artikel 49, derde lid, van de Pbw draagt de directeur zorg dat gedetineerden in de gelegenheid worden gesteld dagelijks ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven.

 

Nu uit de Pbw volgt dat gedetineerden recht hebben op dagelijks verblijf in de buitenlucht en dat de directeur zorgdraagt voor dagelijks een uur verblijf in de buitenlucht, heeft klager voldoende belang bij zijn klacht tegen een schending van dit recht en deze zorgplicht. Hij kan dus worden ontvangen in zijn beklag.

 

Inhoudelijke beoordeling

Het wordt door klager niet betwist dat hem wel is aangeboden om te luchten, maar hij dat weigerde. Daarmee is er geen sprake van een schending van het recht op luchten van artikel 49, eerste lid, van de Pbw. De directeur heeft aangevoerd dat klager rond 16:00 uur is opgehaald om te luchten, maar hij dat op dat moment weigerde. Klager heeft weliswaar gesteld dat het luchtmoment van 15:45 uur tot 16:45 uur duurt. Het is echter onvoldoende aannemelijk geworden dat klager geen uur luchten is aangeboden toen hij om 16:00 uur werd opgehaald. Daarom is ook niet aannemelijk geworden dat de directeur de zorgplicht voor een uur luchten heeft geschonden.

 

Gelet op het voorgaande zal beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen, met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 1 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven