Nummer 23/32974/GA
Betreft [klager]
Datum 27 oktober 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de maatregelen die hem op 22 september 2022 zijn opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen), in het bijzonder de verschillende criteria/indicaties die op hem van toepassing worden geacht.
De beklagcommissie bij de locatie Roermond heeft op 28 maart 2023 het beklag ongegrond verklaard (R-2022-708). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
Voor zover het beklag zich richt tegen de criteria/indicaties die het Operationeel Overleg (OO) van toepassing heeft geacht op de situatie van klager, geldt dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. De plaatsing van klager op de GVM-lijst, en de daartoe gebruikte criteria en het toegekende risicoprofiel, zijn geen beslissingen die de directeur neemt. Daarom staat hiertegen geen beklag open op grond van artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie daarom in zoverre vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van het beklag.
Voor zover het beklag zich r[icht t]egen de beslissing van de directeur om aan klager op 22 september 2022 GVM-maatregelen op te leggen overweegt de beroepscommissie als volgt. De beroepscommissie is van oordeel dat de noodzaak tot voortzetting van de door de directeur opgelegde GVM-maatregelen voldoende aannemelijk is geworden.
De directeur heeft zich bij het nemen van zijn beslissing gebaseerd op aan hem verstrekte informatie vanuit het OO, het advies van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt van 4 augustus 2022 en vanuit andere inrichtingen waar klager was gedetineerd, waaronder het incident tijdens klagers verblijf in de PI Alphen te Alphen aan den Rijn in juli 2022.
De beroepscommissie is daarnaast ambtshalve ermee bekend dat aan klager op 10 mei 2022 GVM-maatregelen zijn opgelegd, mede naar aanleiding van meldingen en signalen tijdens zijn verblijf in de PI Sittard – van 14 februari 2022 tot 26 april 2022 – over (vermoedens van) voortgezet crimineel handelen vanuit detentie en over ondermijning van gezag van directie en personeel in de inrichting (RSJ 12 juli 2023, 22/30915/GA). Deze en bovengenoemde informatie kan in redelijkheid worden aangemerkt als voldoende actueel, betrouwbaar en concreet en vormt voldoende onderbouwing voor de noodzaak tot voortzetting van de opgelegde GVM-maatregelen. De directeur heeft, tot slot, voldoende blijk gegeven van een belangenafweging, waarbij hij de visie van klager, voortkomend uit het hoorgesprek, heeft betrokken.
Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre bevestigen met wijziging van de gronden.
3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover dit ziet op de beslissing van het OO, en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in dit deel van het beklag.
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden, voor zover dit ziet op de beslissing van de directeur.
Deze uitspraak is op 27 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. W.S. Korteling en mr.drs. J.T.W. van Ravenstein, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
secretaris voorzitter