Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33525/GA, 24 augustus 2023, beroep
Uitspraakdatum:24-08-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/33525/GA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    24 augustus 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van de directeur om klager niet op een Extra Zorgvoorziening (EZV) te plaatsen, terwijl in het bevel bewaring van de rechter-commissaris is opgenomen dat de bewaring ondergaan dient te worden op een EZV .

De beklagcommissie bij de locatie Roermond heeft op 25 april 2023 het beklag ongegrond verklaard (R-2022-816). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. W.H.J.W. de Brouwer, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klagers raadsman en [plv. vestigingsdirecteur], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Roermond, gehoord op de digitale zitting van 26 juli 2023. Klager bevindt zich inmiddels in vrijheid. De beroepscommissie heeft aangegeven dat hij eveneens digitaal aan de zitting kan deelnemen, door fysiek bij zijn raadsman aanwezig te zijn. Van die mogelijkheid heeft hij geen gebruik gemaakt. Mr. […], lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Al bij de rechter-commissaris is klagers psychiatrische problematiek erkend. De opname op de EZV is door de rechter-commissaris bevolen. Bovendien was bekend dat er een zorgmachtiging was en dat klager medicatie gebruikt. Klager had direct op de EZV geplaatst moeten worden. 

Als er geen plek is op de EZV, dan kan de directeur op grond van artikel 15, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) de gedetineerde in een accommodatie in de zin van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) plaatsen – buiten de eigen inrichting. Die bevoegdheid komt de directeur toe en de directeur had in klagers geval ook van die bevoegdheid gebruik moeten maken. Artikel 67a, derde lid, Wetboek van Strafvordering staat hieraan niet in de weg. De directeur had tegen de selectiefunctionaris moeten zeggen dat zij niet uit de voeten kan met de plaatsing van klager in haar inrichting zoals die is gedaan. 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming van €100,- toe te kennen.

Standpunt van de directeur
Plaatsing op de EZV is een bevoegdheid die de directeur toekomt, niet de rechter-commissaris. Het is ongelukkig dat de rechter-commissaris dit in het bevel heeft opgenomen. Klager is door de selectiefunctionaris in de locatie Roermond geplaatst. Volgens standaardprocedure is klager na binnenkomst door een psycholoog gezien, ter beoordeling of plaatsing op de EZV noodzakelijk is. Niemand wordt direct op de EZV geplaatst. Aan klager is de zorg verleend die nodig was. De te verlenen zorg is niet afhankelijk van de afdeling waar klager verblijft. 

De psycholoog heeft beoordeeld dat plaatsing op de EZV aangewezen is. Op de EZV was toen nog geen plek. Klager is na zeven dagen op de EZV geplaatst. Klager verbleef bij zijn binnenkomst in beperkingen, ook na zijn plaatsing op de EZV waren de beperkingen van kracht, waardoor hij niet kon deelnemen aan het reguliere dagprogramma – ook niet op de EZV. Klager is in februari 2023 door een psychiater gezien en is ook besproken in het psycho-medisch overleg. De psychiater is vanaf klagers binnenkomst op de hoogte geweest van klagers situatie. Klager heeft de hem voorgeschreven medicatie ontvangen. 

Plaatsing in een andere inrichting is geen bevoegdheid van de directeur, maar van de selectiefunctionaris namens de Minister voor Rechtsbescherming (hierna: de Minister). Er is geen aanleiding gezien om een verzoek te doen klager elders te plaatsen. Er waren ten aanzien van klager geen onoverkomelijke problemen waardoor hij overgeplaatst zou moeten worden. 

 

3. De beoordeling
In artikel 15 van de Pbw is geregeld in welke gevallen plaatsing en overplaatsing is voorbehouden aan de Minister. Plaatsing van een gedetineerde op een EZV is geen wettelijke aan de Minister of rechter-commissaris voorbehouden plaatsing of overplaatsing, als bedoeld in artikel 15 van de Pbw, maar een bevoegdheid van de directeur, op grond van artikel 16 van de Pbw. De beslissing van de rechter-commissaris bij het bevel bewaring om de voorlopige hechtenis ten uitvoer te leggen op een EZV-afdeling heeft slechts het karakter van een aanwijzing (vergelijk RSJ 11 juli 2023, 23/33415/GB). 

Zoals de beroepscommissie eerder heeft overwogen (RSJ 15 november 2011, 11/1554/GA) dient de directeur ervoor te zorgen dat gedetineerden die extra zorg nodig hebben, zo spoedig mogelijk op een zorgafdeling worden geplaatst. Dat is naar het oordeel van de beroepscommissie in dit geval ook gebeurd. De psycholoog heeft klager bij zijn binnenkomst in de locatie Roermond beoordeeld en geadviseerd klager op de EZV te plaatsen. Dit is na zeven dagen, toen er een plek vrijkwam, gebeurd. Naar het oordeel van de beroepscommissie is deze periode niet onredelijk of onbillijk. Daarbij heeft de beroepscommissie in overweging genomen dat klager in beperkingen zat en in die dagen niet kon deelnemen aan het reguliere dagprogramma. 

Het is niet aannemelijk geworden dat klager niet de zorg heeft ontvangen die hij nodig had in de zeven dagen die hij niet op de EZV verbleef. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dan ook niet aannemelijk geworden dat er noodzaak bestond om buiten de inrichting naar een oplossing te zoeken, zoals door de raadsman gesteld, bijvoorbeeld door een verzoek te doen tot overplaatsing van klager.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 24 augustus 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, mr. C.N. Dijkstra en mr. A. Pahladsingh, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven