Nummer 23/35428/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 15 augustus 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
Verzoekers raadsman, mr. V. Poelmeijer, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur) om verzoeker intern over te plaatsen van de locatie Eikenlaan naar de locatie Maatschapslaan van de PI Alphen te Alphen aan den Rijn.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk AE 2023/865).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Namens verzoeker is aangevoerd dat het hem tot op heden onduidelijk is op basis waarvan hij moet worden overgeplaatst binnen de inrichting. Hij is daarover niet gehoord en heeft ook geen schriftelijke mededeling van die beslissing uitgereikt gekregen.
De directeur voert aan dat op 9 augustus 2023 aan verzoeker kenbaar is gemaakt dat hij in het belang van de handhaving van de orde en veiligheid binnen de inrichting intern zal worden overgeplaatst naar een andere afdeling. Het toewijzen van een verblijfsruimte aan gedetineerden (en daarmee het intern overplaatsen van die gedetineerden) is geregeld in artikel 16, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Anders dan verzoekers raadsman beweert, stelt de Pbw geen (formele) eisen aan een dergelijke beslissing, aldus de directeur.
De voorzitter overweegt als volgt.
Uit artikel 3, eerste lid, van de Pbw volgt dat de Minister voor Rechtsbescherming penitentiaire inrichtingen aanwijst en dat een inrichting kan zijn gevestigd op verschillende locaties binnen hetzelfde arrondissement. Op grond van artikel 16, tweede lid, van de Pbw wijst de directeur iedere gedetineerde een verblijfsruimte toe. Uit jurisprudentie van de beroepscommissie volgt dat – onder de huidige wetgeving – een overplaatsing tussen de Maatschapslaan en de Eikenlaan van de PI Alphen moet worden aangemerkt als een overplaatsing naar een andere locatie binnen dezelfde PI (zie RSJ 30 juni 2023, 22/27468/GA). Als de directeur een dergelijke beslissing neemt, moet de gedetineerde op grond van artikel 57, eerste lid onder l, van de Pbw daarover eerst worden gehoord. Daarnaast geeft de directeur op grond van artikel 58, eerste lid, van de Pbw de gedetineerde onverwijld een met redenen omklede, schriftelijke mededeling van die beslissing.
Op basis van de stukken is het de voorzitter niet gebleken dat verzoeker is gehoord voordat de bestreden beslissing is genomen noch dat zich een omstandigheid als bedoeld in het derde lid van artikel 57 van de Pbw voordeed op grond waarvan het horen achterwege kon blijven. Het is de voorzitter, nu deze niet is overgelegd, ook niet gebleken dat een schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing is opgemaakt en aan verzoeker is uitgereikt. Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, genomen in strijd met de wet. De voorzitter zal het verzoek daarom toewijzen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 15 augustus 2023 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
secretaris voorzitter