Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30890/GA, 31 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/30890/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    31 oktober 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld over het rijgedrag van de medewerkers van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) tijdens het transport naar de PI Vught op 4 november 2022.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 30 november 2022 het beklag ongegrond verklaard (G-2022-001028). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft niet de mogelijkheid gehad om zijn beklag bij de beklagrechter mondeling nader toe te lichten. Dat de medewerkers van DV&O hun rijvaardigheidstraining met goed gevolg hebben afgelegd, geeft nog geen garantie dat er geen ongelukken kunnen gebeuren, zeker niet met hoge snelheden en roekeloos rijgedrag. Bij zijn aankomst bij de PI Vught heeft klager wel een opmerking gemaakt bij één van de medewerkers over hun rijstijl en het feit dat hij geen gordel had, maar hierom werd gelachen. Klager wil de camerabeelden zien waarop hij te zien is tijdens de rit. Daarnaast wil klager weten wat de geconstateerde lichte overschrijding van de maximumsnelheid inhoudt. Klager heeft op de snelheidsmeter naast de weg gezien dat er 80 km/uur werd gereden, waar een maximumsnelheid van 50 km/uur was toegestaan. 

Standpunt van de directeur
De directeur heeft zijn standpunt, zoals verwoord in zijn reactie op het klaagschrift, in beroep niet nader toegelicht.

 

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kan beklag worden ingesteld tegen een beslissing van de directeur. Tegen het handelen van een personeelslid kan alleen beklag worden ingesteld als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).
Het rijgedrag van medewerkers van DV&O tijdens een transport kan geen structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur zijn. Het gaat hier om handelen dat eerder ook wel ‘puur feitelijk handelen’ werd genoemd. Daartegen kan volgens vaste jurisprudentie niet worden geklaagd. De beklagrechter had klager daarom niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag. 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.


Deze uitspraak is op 31 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en F. van Dekken, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven