Nummer 23/35295/SGA
Betreft [Verzoeker]
Datum 10 augustus 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting Arnhem (hierna: de directeur) heeft beslist dat verzoeker geen telefonisch contact mag hebben met zijn broer.
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek, van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift, van verzoekers aanvulling op het schorsingsverzoek en van de nadere reactie van de directeur.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval
Uit de schriftelijke reactie van de directeur komt naar voren dat verzoeker op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst) is geplaatst met de status ‘hoog’. Verzoeker behoort tot een criminele familie. Zijn familie is in conflict met een andere criminele groepering. De broer van verzoeker is ook op de GVM-lijst geplaatst. Uit een rapport van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt komt naar voren dat contact tussen verzoeker en zijn broer niet wenselijk is vanwege voortgezet crimineel handelen in detentie. Dit is aan verzoeker kenbaar gemaakt middels de mededeling inhoudende de oplegging van toezichtmaatregelen.
De voorzitter overweegt als volgt.
Op grond van artikel 39, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet kan de directeur de gelegenheid tot het voeren van (een) bepaald(e) telefoongesprek(ken) weigeren voor de duur van ten hoogste twaalf maanden. Uit de bestreden beslissing volgt evenwel niet dat deze weigering op de voornoemde bepaling is gebaseerd. Aan verzoeker is ook geen toezichtmaatregel opgelegd in het kader van zijn GVM-status op grond waarvan telefonisch contact met een bepaald persoon hem wordt geweigerd. Het is de voorzitter dan ook niet duidelijk wat de wettelijke grondslag van de bestreden beslissing is. Uit de bestreden beslissing volgt bovendien niet voor welke duur deze is opgelegd.
Bij de voornoemde stand van zaken voldoet de bestreden beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Gelet daarop zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 10 augustus 2023 gedaan door mr. C.N. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.
secretaris voorzitter