Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1055/GA, 14 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1055/GA

betreft: [klager] datum: 14 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 21 april 2008 van de beklagcommissie bij de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis te Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster alsmede haar raadsman, mr. T. de Bont, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verplichting van B.O.S.–hulpen (Bibliotheek, Onderwijs en Stiltecentrum) om bij uitval van hun werkzaamheden arbeid op de arbeidszaal te verrichten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Door en namens klaagster is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klaagster verwijst naar de voor de beklagcommissie aangevoerde gronden. Klaagster meent dat de verplichting om bij uitval van klaagsters
reguliere werkzaamheden op de arbeidszaal te werken, niet op juiste gronden is genomen. Op de arbeidszaal werken de personen structureel 2 uren minder, waardoor klaagster uitkomt op een werkweek van 18 in plaats van 20 uren. Verder gaat het door de
directeur gehanteerde gelijkheidsbeginsel niet op. De dames in de mobiele reiniging en in de tuin zijn vrij als de arbeidszaal vrij is. Het kan dan niet zo zijn dat klaagster wordt verplicht vervangend werk te verrichten. Klaagster vindt het niet
redelijk en/of billijk haar andere werkzaamheden te laten verrichten dan in haar contract omschreven staan. Klaagster zet zich onverplicht in ten voordele van de inrichting en werkt op vrijwillige basis structureel 1 à 2 uur per week meer. Klaagster
stelt zich op het standpunt dat de capaciteit van de werkzaal reeds maximaal benut is. Meer mensen op de werkzaal laten werken is in strijd met de brandweervoorschriften. De directeur bestrijdt dat, doch de stelling van klaagster wordt ondersteund door
het feit dat er een wachtlijst is voor de arbeid. Indien er toch capaciteit is op de werkzaal, kan deze volgens klaagster beter benut worden door de werkloze dames die nu op de wachtlijst staan. Dat zou ook in het kader van het financieel beleid
zinvoller zijn. Op het moment waarop de bestreden beslissing werd genomen, waren de huisregels nog niet gewijzigd. Op dat moment was er geen sprake van een algemene regeling, maar van een beslissing die klaagster direct en individueel trof.

De directeur heeft daarop als volgt geantwoord. De beslissing waarover klaagster klaagt betreft een algemene regeling die voor alle gedetineerden met een huisdienstbaan of bijzonder project geldt en is geen individuele beslissing jegens klaagster. Er
is
geen sprake van een beklagwaardige beslissing en het beklag dient alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard. De nieuwe huisregels zijn op 16 april 2008 aan de gedetineerden uitgereikt en traden op 23 april 2008 in werking. Bij inrichtingsarbeid is
er
geen sprake van een arbeidsrelatie zoals in de vrije maatschappij, maar van een regimesactiviteit waar de gedetineerde aan deelneemt. Op grond van artikel 47 Pbw dient klaagster de opgedragen werkzaamheden te verrichten.

3. De beoordeling
Op 18 maart 2008 is klaagster geïnformeerd over een komende wijziging van de huisregels. Deze wijziging hield in dat de hulpen in de bibliotheek, onderwijs en het stiltecentrum bij uitval van hun werkzaamheden, arbeid dienen te verrichten op de
arbeidszaal. De beroepscommissie is van oordeel dat deze mededeling heeft te gelden als een regel met een algemene strekking, die geldt voor de betreffende gedetineerden. Er is derhalve geen sprake van een klaagster individueel betreffende beslissing
van de directeur waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw beklag openstaat. De algemene regeling is niet in strijd met een hogere regeling. Op grond van artikel 47, derde lid, Pbw zijn gedetineerden verplicht de hen door de directeur
opgedragen arbeid te verrichten. De omstandigheid dat de nieuwe regeling pas later in de huisregels is opgenomen, doet aan het vorenstaande niet af, hetgeen leidt tot de navolgende uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klaagster alsnog niet-ontvankelijk in haar beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 14 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven