Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32945/GB, 16 augustus 2023, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/32945/GB

        

Betreft [Klager]

Datum 16 augustus 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 20 februari 2023 beslist klager over te plaatsen naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 31 maart 2023 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klager en zijn raadsvrouw, mr. B.N.R. Maenen, hebben tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De beoordeling

JJI of PI?

Klager heeft primair aangevoerd dat hij zijn jeugddetentie in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI), bij voorkeur in de JJI Lelystad, dient te ondergaan in plaats van in een inrichting voor volwassenen. De beroepscommissie stelt vast dat de jeugddetentie die klager onderging op 10 juni 2023 ten einde is gekomen. Klager ondergaat thans een gevangenisstraf. Nu een eventuele plaatsing in een JJI niet meer mogelijk is, heeft klager geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep voor zover het dit onderdeel betreft. De beroepscommissie zal klager daarom in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

De beroepscommissie merkt hierbij nog op dat klagers verzoek om een tegemoetkoming voor de dagen die hij tijdens zijn jeugddetentie heeft doorgebracht in een inrichting voor volwassenen, welk verzoek hij in een later stadium heeft gedaan, niet tot een ander oordeel kan leiden. Klager wordt in deze procedure bijgestaan door een advocaat. Indien een tegemoetkoming wordt gewenst, dient hierom direct in het beroepschrift of in de nagestuurde gronden, in geval van een pro forma ingediend beroepschrift, te worden verzocht. De uitzondering op deze lijn voor gedetineerden die niet worden bijgestaan door een professionele procespartij is hier dus niet aan de orde (vergelijk RSJ 6 januari 2021, R-20/7088/GB).

PI Arnhem of Justitieel Complex (JC) Zaanstad?

Klager heeft subsidiair aangevoerd dat als hij in een inrichting voor volwassenen dient te verblijven, hij niet in de PI Arnhem, maar in het JC Zaanstad wil verblijven, vanwege bezoektechnische redenen.

De beroepscommissie heeft het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis daarvan is zij van oordeel dat de bestreden beslissing, voor zover het dit onderdeel betreft, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie vindt het in dit geval niet nodig om nader in te gaan op de gronden in het beroepschrift, omdat die (vrijwel) gelijk zijn aan de gronden van het bezwaarschrift. Verweerder heeft hieraan in de bestreden beslissing naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aandacht besteed.

Over klagers argument dat zijn vader zijn autozaak in Friesland overdag niet voor langere tijd kan sluiten, overweegt de beroepscommissie (volledigheidshalve) nog dat dit in principe niet anders wordt door een verblijf van klager in het JC Zaanstad. Het verschil in reistijd vanuit Friesland naar de PI Arnhem en naar het JC Zaanstad is namelijk niet dusdanig groot.

De beroepscommissie overweegt tot slot dat klager eerst in beroep te kennen heeft gegeven (anders) in de PI Achterhoek te Zutphen te willen verblijven, maar dat dit verder niet is onderbouwd. Ook Zupthen ligt overigens nog op aanzienlijke afstand van Friesland.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep in zoverre ongegrond verklaren.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover het ziet op de plaatsing in een JJI.

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover het ziet op de selectiekeuze van de PI.

 

Deze uitspraak is op 16 augustus 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, mr. J.M.C. Louwinger-Rijk en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven