Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1921/GV, 11 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:11-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1921/GV

betreft: [klager] datum: 11 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 juli 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
In verband met het overlijden van klagers moeder moet klager het een en ander afhandelen ter zake van de erfenis. Hij moet een aantal documenten ondertekenen en een geldig identiteitsbewijs bijvoegen. Klager wil zijn paspoort verlengen. Er is een
aantal
oplossingen voorgedragen, maar die zijn niet te realiseren. Bovendien moet klager zelf de notariskosten betalen als die naar de inrichting komt. Klager heeft daar geen middelen voor. Klager hecht veel emotionele waarde aan de spullen van zijn moeder.
Als de erfenis niet snel wordt afgehandeld, bestaat het risico dat de spullen worden vernietigd of verduisterd.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De afwijzing is gebaseerd op informatie uit de bijgevoegde stukken en met name de informatie afkomstig van de notaris. Klager heeft uitspraken over zijn broer gedaan die hij niet onderbouwt. Ook de notaris twijfelt aan die uitlatingen van klager.

Op klagers verzoek is het volgende advies uitgebracht.
De directeur van de locatie Lelystad heeft negatief geadviseerd. De noodzaak tot het verlaten van de inrichting is niet gebleken. Klager komt nog niet in aanmerking voor verlof en fasering is pas in februari 2009 aan de orde.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 11 jaar met aftrek, wegens opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 van de Opiumwet gegeven verbod. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 20 augustus 2010.

Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Klager
heeft verzocht om drie weken (of een nader te bepalen periode) strafonderbreking in verband met de afwikkeling van de nalatenschap van zijn overleden moeder. Uit de stukken komt naar voren dat klager hiervoor niet per se in het bezit dient te zijn van
een geldig identiteitsbewijs of dat hij in persoon aanwezig behoeft te zijn op het kantoor van de notaris. De inrichting kan klagers handtekening legaliseren. Daarbij heeft klagers broer ook aangegeven aanspraak te maken op de erfenis. Het is
onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers broer niet in staat is om de nalatenschap af te wikkelen. Tegen de achtergrond van het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 11 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven