Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34597/GB, 25 juli 2023, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          23/34597/GB

    

          

Betreft [klager]

Datum 25 juli 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 9 maart 2021 klager opgeroepen om zich op 7 april 2021 te melden in de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen, voor het ondergaan van 177 dagen gevangenisstraf.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft de procedure in de wachtstand gezet in afwachting van het advies van de medisch adviseur. Verweerder heeft het bezwaar vervolgens ongegrond verklaard en klager opgeroepen om zich op 2 februari 2022 te melden. De zelfmeldprocedure is op 25 januari 2022 echter opgeschort in verband met de getroffen coronamaatregelen. Klager is op 21 juni 2022 opnieuw opgeroepen om zich op 8 augustus 2022 te melden. Het medisch advies bleek echter maar vier maanden geldig, als gevolg waarvan de procedure opnieuw in de wachtstand is gezet in afwachting van een nieuw advies van de medisch adviseur. Verweerder heeft klager uiteindelijk op 14 juni 2023 opgeroepen om zich op 3 augustus 2023 te melden in de PI Achterhoek.

Klager heeft daartegen opnieuw bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 3 juli 2023 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is werkzaam geweest bij de Koninklijke Marechaussee. Inmiddels is hij eervol ontslagen. Hij is voor 88% afgekeurd. Klager is voor zijn klachten jarenlang behandeld, maar inmiddels is hij uitbehandeld en is er geen uitzicht op herstel. Hij is het dan ook oneens met de stelling van verweerder dat hij in de inrichting adequate hulp kan krijgen. Daarnaast heeft iedere behandelaar en arts met wie klager heeft gesproken, aangegeven dat het funest zou zijn voor klagers gezondheid als hij een gevangenisstraf dient te ondergaan.

Daarnaast zijn er nog steeds mensen die door toedoen van klager gedetineerd zijn. Klager dient tegen hen in bescherming te worden genomen, nu dit een groot veiligheidsrisico oplevert. Het is de omgekeerde wereld dat klager bij het personeel van de inrichting zou moeten aangeven als hij een bekende tegenkomt. Hij wenst zijn gevangenisstraf dan ook in een militaire inrichting te ondergaan. Dat hij door een vergissing niet door de militaire kamer van de rechtbank is berecht, mag hier niet aan in de weg staan. Tot slot geldt dat klagers straf onevenredig hoog is en niet in verhouding staat tot het gepleegde strafbare feit.

 

Standpunt van verweerder

Hoewel er begrip is voor de medische situatie van klager, heeft de medisch adviseur op 12 juni 2023 aangegeven dat de zorg die klager nodig heeft, in de inrichting aangeboden kan worden. Uit onder meer het feit dat de behandelaren en medici geraadpleegd zijn, blijkt dat de medisch adviseur getracht heeft om tot een zorgvuldige afweging te komen.

Mocht bij binnenkomst in de inrichting blijken dat er in de inrichting een medegedetineerde verblijft met wie klager verwacht in de problemen te komen, dan kan klager direct contact opnemen met de Divisie Individuele Zaken.

Tot slot is het niet mogelijk om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf om te zetten naar een alternatieve straf. Het betreft immers een onherroepelijk vonnis.

 

3. De beoordeling

De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregels tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen 2021.

Klager heeft bezwaar ingesteld tegen de meldoproep, omdat hij meent detentieongeschikt te zijn en omdat er volgens hem een groot risico bestaat dat hij in de inrichting gedetineerden tegenkomt die hem niet goedgezind zijn.

 

Detentiegeschiktheid

De beroepscommissie stelt voorop dat in een procedure als deze niet kan worden ingegaan op de medische juistheid van het advies van de medisch adviseur. De beroepscommissie oordeelt slechts over de redelijkheid en billijkheid van de bestreden beslissing. Voor zover daarin wordt verwezen naar een advies van de medisch adviseur, geldt dat verweerder in beginsel op de juistheid van het advies mag vertrouwen. Dit is slechts anders indien het advies onbegrijpelijk of onvolledig is, of in het geheel niet is onderbouwd.

Het medisch advies van 12 juni 2023 is gebaseerd op informatie van de huisarts, een gespecialiseerd maatschappelijk werker van het Nederlandse Veteranen Instituut, een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, het Militair Revalidatie Centrum, het Neuroscenter Barcelona en een eerder medisch advies. Verder heeft er een consultatie plaatsgevonden tussen psychologisch en psychiatrisch deskundigen van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. De medisch adviseur heeft op basis daarvan geconcludeerd dat klager detentiegeschikt is. Daarbij wordt een onderzoek door een psycholoog direct bij binnenkomst in de inrichting noodzakelijk geacht, om de voor klager meest passende detentieomgeving te bepalen. Een plaatsing op een Extra Zorgvoorziening lijkt aangewezen.

In de onderbouwing van het advies geeft de medisch adviseur aan dat meerdere malen verzoeken naar klager en zijn advocaat zijn gestuurd om informatie aan te leveren over klagers gezondheidstoestand en (lopende) behandelingen. Ook is meerdere malen verzocht om een toestemmingsverklaring met daarop de juiste gegevens van zorgverleners. Nu er geen informatie over recente behandelingen en zorg toegestuurd is en op de toestemmingsverklaring geen recente behandelaren zijn vermeld, gaat de medisch adviseur ervan uit dat er momenteel geen behandeling loopt of zorg wordt geboden, die door detentie zou worden onderbroken of moet worden overgenomen. Uit het ontbreken van lopende zorg of behandeling maakt de medisch adviseur op dat er wat betreft psychische problematiek momenteel geen ernstig invaliderende klachten of onhanteerbare situaties bestaan. Een posttraumatische stressstoornis is op voorhand geen contra-indicatie voor het ondergaan van detentie. Binnen detentie zijn psychologen en psychiaters beschikbaar die eventueel benodigde zorg, behandeling en begeleiding kunnen bieden.

Er is niet gebleken dat verweerder zijn conclusie dat klager detentiegeschikt is en zijn straf kan ondergaan, niet heeft kunnen baseren op het medisch advies, gelet op de inhoud en de onderbouwing daarvan. Hoewel klager in beroep aangeeft dat er sprake is van ernstige problematiek, dat hij uitbehandeld is, en dat het ondergaan van de detentie funest zou zijn voor zijn gezondheid, heeft hij ook in beroep nagelaten deze stellingen te onderbouwen met (medische) stukken. Zijn stellingen kunnen dan ook niet afdoen aan het medisch advies.

 

Veiligheid

Klager meent daarnaast dat zijn veiligheid in het geding komt als hij zich in een reguliere inrichting dient te melden, gelet op zijn vroegere functie bij de Koninklijke Marechaussee. Hij wenst de gevangenisstraf te ondergaan in een inrichting bestemd voor militairen.

De beroepscommissie overweegt dat er geen aanleiding lijkt te bestaan om klager zich te laten melden in het Militair Penitentiair Centrum (MPC) Stroe, nu aan hem geen militaire detentie is opgelegd en hij op dit moment ook geen actief dienend militair is. Het MPC Stroe is immers in beginsel bestemd voor militairen die een vrijheidsstraf – of voorlopige hechtenis – dienen te ondergaan, waarbij terugkeer in actieve dienst na ommekomst van de militaire detentie het uitgangspunt is. Dat op dit uitgangspunt weleens uitzonderingen worden gemaakt, maakt niet dat dit voor klager zou moeten gebeuren. Klager heeft immers onvoldoende toegelicht waarom hij zich, in afwijking van voornoemd uitgangspunt, toch in het MPC Stroe zou moeten kunnen melden. Zo is bij gebrek aan nadere informatie niet op voorhand aannemelijk geworden dat klager gevaar loopt als hij zich in de PI Achterhoek – of in een andere PI – moet melden, terwijl evenmin is gebleken waarom een detentie in het MPC Stroe de enige oplossing zou zijn, als er daadwerkelijk gevaar zou ontstaan. Verweerder heeft daarbij aangegeven hoe klager dient te handelen als er sprake zou zijn van gevaar.

Klager stelt nog dat zijn strafzaak door een vergissing niet door de militaire kamer van de rechtbank is behandeld. De beoordeling hiervan valt buiten de reikwijdte van deze procedure. Er is immers sprake van een onherroepelijk vonnis. Als klager het niet eens was met de procedure in zijn strafzaak, had hij dat ten tijde van de behandeling daarvan aan de orde moeten stellen. Ook had het dan voor de hand gelegen dat hij rechtsmiddelen zou hebben aangewend tegen het vonnis.

Voor klagers verzoek om, in plaats van een gevangenisstraf, een alternatieve straf te mogen ondergaan, geldt dat zowel verweerder als de beroepscommissie niet bevoegd is daartoe te beslissen. 

 

Conclusie

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 25 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. van Holten, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven