Nummer 23/33665/GB
Betreft [klager]
Datum 21 juli 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht.
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 2 mei 2023 afgewezen.
Klagers raadsvrouw, mr. G. Vermaak, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Er heeft geen individuele belangenafweging plaatsgevonden. Er dient rekening te worden gehouden met het recht op behoorlijke omgang met naasten. Verweerder heeft slechts benoemd dat klager niet verstoken zou zijn van bezoek.
Klagers familie en vrienden wonen in Breda. Zij zijn ruim twee uur onderweg voor een bezoek in de PI Grave. De reistijd voor een bezoek in de PI Dordrecht zou vijftig minuten zijn. Klager heeft wel bezoek van zijn moeder ontvangen, omdat hij nog relatief kort in detentie verblijft. Het bezoek van klagers moeder gaat met hangen en wurgen, vanwege haar gezondheid. Zij heeft ernstige PTSS en polyneuropathie. De huisarts verklaart dat zij geen auto kan rijden. De verklaring is al bij het overplaatsingsverzoek aan de casemanager overhandigd.
Klagers zaak zou lang kunnen duren en het is de vraag of zijn familie – zijn moeder in het bijzonder – bezoek volhoudt. Naarmate de detentie langer zal duren, zal het bezoek van familie en vrienden afnemen vanwege de reisafstand. In de PI Dordrecht zou klager wel gemakkelijker en regelmatig bezoek ontvangen.
De reisafstand naar de rechtbank ’s-Hertogenbosch is vanuit de PI Grave 35 minuten en vanuit de PI Dordrecht 45 minuten. De officier van justitie heeft laten weten geen bezwaar te hebben. Klager is volop bezig met de voorbereiding van zijn lopende strafzaak. Zijn raadsvrouw is drie uur onderweg voor een bezoek in de PI Grave. De PI Dordrecht is minder dan een uur retour.
Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van verweerder
Verweerder verwijst naar de beslissing en voert aanvullend het volgende aan. Het is niet schriftelijk onderbouwd dat klagers moeder hem, vanwege haar gezondheid, moeilijk kan bezoeken. Uit het beroepschrift wordt niet duidelijk dat zijn overige bezoek niet tot reizen in staat zou zijn. Er kan voorts geen rekening worden gehouden met de vestigingsplaats van de advocaat. Verweerder is ook niet verplicht om het advies van het Openbaar Ministerie of de inrichting op te volgen.
3. De beoordeling
Klager verblijft op dit moment in het HVB van de PI Grave. Hij wil graag worden overgeplaatst naar het HVB van de PI Dordrecht, omdat zijn bezoek hem daar makkelijker kan bezoeken. Klagers bezoek woont in Breda. Zijn moeder kan vanwege haar medicatie alleen met het openbaar vervoer reizen en de reistijd naar de PI Dordrecht is korter. Ook voor zijn kinderen is de PI Dordrecht dichterbij.
Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt een gedetineerde die nog niet is veroordeeld, bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst.
Klager wordt vervolgd in het arrondissement Rotterdam. Dat volgt uit het selectieadvies en zijn registratiekaart. De PI Dordrecht ligt in dit arrondissement, terwijl de PI Grave in een ander arrondissement ligt. Klagers verzoek vindt dus steun in de Regeling. Verweerder heeft geen omstandigheden aangevoerd die zich verzetten tegen een overplaatsing naar de PI Dordrecht, terwijl klager – hoewel hij niet verstoken is van bezoek – naar het oordeel van de beroepscommissie wel heeft gemotiveerd dat en waarom hij gebaat is bij overplaatsing. Daarnaast ondersteunt de PI Grave klagers verzoek.
Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de bestreden beslissing als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Verweerder heeft aangegeven dat uit de overgelegde bezoekerslijsten blijkt dat klager regelmatig bezoek ontvangt (ook van zijn moeder). Van concreet ondervonden ongemak is daarom niet gebleken.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Deze uitspraak is op 21 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.F.A van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.
secretaris voorzitter