Nummer 23/32962/GA
Betreft [klager]
Datum 9 augustus 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur)
1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft, voor zover in beroep aan de orde, beklag ingesteld tegen de weigering om een van de maatregelen die hem op 2 november 2022 zijn opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen), namelijk dat hij drie keer per week voor de duur van vijftien minuten mag bellen, te verruimen.
De beklagcommissie bij de locatie Roermond heeft op 28 maart 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €7,50 per week in de periode van 22 september 2022 tot de datum waarop klager de uitspraak van de beklagcommissie ontvangt (R-2022-873). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Roermond, klager en zijn raadsman mr. T.S. van der Horst gehoord op de digitale zitting van 29 juni 2023.
Op 30 juni 2023 heeft de directeur desgevraagd de schriftelijke mededeling van 2 november 2022 tot het opleggen van GVM-maatregelen aan klager overgelegd. Dit stuk is aan klager en zijn raadsman doorgestuurd met de gelegenheid om hierop binnen een bepaalde termijn te reageren. De reactie die de raadsman hierop op 5 juli 2023 heeft ingezonden, is naar de directeur doorgestuurd.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
De beklagcommissie overweegt ten onrechte dat de directeur moet motiveren waarom hij is afgeweken van het basiskader van de Circulaire Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico van 8 juli 2021 (hierna: Circulaire). De Circulaire betreft echter slechts een richtlijn en de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft voorrang. Wettelijk gezien mag klager tien minuten per week bellen. Hij wordt niet in dit recht beperkt.
In de GVM-beschikking van 2 november 2022 is bepaald dat klager 3x15 minuten per week mag telefoneren, in verband met de beschikbaarheid van het Bureau Inlichtingen en Veiligheid (BIV) dat de telefoongesprekken die worden gevoerd in alle gevallen moet kunnen monitoren (beluisteren/afluisteren). Het is om die reden niet mogelijk om klager langer te laten bellen. Inmiddels mag hij 45 minuten per week bellen. Overigens maakt hij de hem beschikbaar gestelde beltijd niet altijd vol.
Als klager elke dag tien minuten zou mogen bellen, is van een toezichthoudende beperking geen sprake meer. Een reguliere gedetineerde heeft namelijk zo’n twaalf minuten de tijd om te telefoneren. Het kan zijn dat klager te maken heeft gehad met een andere belregeling in het kader van een ander regime, zoals op de afdeling beheersproblematische gedetineerden in de Penitentiaire Inrichting Vught. Dat een andere GVM’er onbeperkt zou mogen bellen, is niet bekend.
Standpunt van klager
Klager heeft tijdig beklag ingesteld, omdat hij met de directeur op meerdere momenten gesprekken heeft gevoerd over de beperking op het aantal wekelijkse telefoonminuten. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal telefoonminuten is verhoogd per 2 november 2022, maar in de ogen van klager is dit niet voldoende. Toen wijziging van de toezichtsmaatregelen niet mogelijk bleek en zijn (herhaalde) verzoek daartoe werd afgewezen, heeft hij op 18 december 2022 beklag ingesteld.
Dat de Pbw voorrang heeft boven de Circulaire is te kort door de bocht. De Circulaire dient ter invulling van het beleid van GVM’ers. Zo staan in Bijlage 1 de maatregelen waaruit de directeur kan kiezen. Hiervan mag worden afgeweken, maar de directeur moet wel duidelijk maken waarom hij dat doet. In klagers geval is dit, zoals de beklagcommissie terecht heeft overwogen, niet gebeurd. Hij mag niet de dupe worden van de beperkte capaciteit van de inrichting.
Een andere GVM’er heeft onbeperkt beltijd en in elke andere inrichting waar klager heeft verbleven, waaronder de Afdeling Intensief Toezicht, mocht hij tien minuten of zelfs een kwartier per dag bellen. Voor het onderhouden van sociale/familiaire contacten is klager afhankelijk van de aan hem geboden belmomenten. Bezoek ontvangen is niet mogelijk vanwege lange reisafstanden. Het gaat hem dus om het telefonisch contact met zijn familie en niet om een financiële tegemoetkoming.
3. De beoordeling
Het beklag is gericht tegen de beslissing van de directeur om de voor klager wekelijks toegestane belduur – onderdeel van de aan klager opgelegde toezichtsmaatregelen in verband met zijn GVM-status met risicoprofiel ‘hoog’ – niet uit te breiden. Met ingang van 2 november 2022 is het klager toegestaan om 3x15 minuten per week te bellen (‘‘Personeel houdt toezicht op belduur van maximaal driemaal 15 minuten per week’’). Klager wil deze beltijd echter graag verruimd zien, zodat hij voldoende contact kan onderhouden met zijn familie en andere sociale contacten. De directeur heeft dit geweigerd in verband met de beschikbare capaciteit van het BIV.
In Bijlage 1 van de Circulaire staat over het toezicht op telefonische contacten, voor zover hier relevant, het volgende:
‘‘Beperking van de belduur is nodig om het uitluisteren met de beschikbare middelen te laten plaatsvinden: de personele capaciteit die nodig is om gesprekken te beluisteren en indien nodig schriftelijk uit te werken en te vertalen. Als basiskader hanteren we 10 minuten per dag. Op grond van de Pbw heeft een gedetineerde recht op minimaal 10 minuten bellen per week. De directeur kan op grond van inhoudelijke overwegingen of bedrijfsvoering redenen (zoals de beschikbare capaciteit van het BIV) het aantal minuten beperken tot 10 minuten per week. Voor het vertalen van de gesprekken wordt gebruik gemaakt van een vertaaldienst waar een mantelcontract mee is afgesloten.’’
De aan klager opgelegde toezichtsmaatregel valt binnen de kaders van de Circulaire, zoals hierboven weergegeven. In plaats van tien minuten per dag – het zogeheten basiskader – heeft de directeur de toegestane belduur beperkt tot 3x15 minuten per week vanwege de beschikbare capaciteit van het BIV. De Circulaire biedt hiervoor een grondslag.
De beroepscommissie acht de keuze die de directeur in klagers geval heeft gemaakt niet onredelijk, omdat de toezichtsmaatregel anders niet kan worden uitgevoerd. De Circulaire wijst op dit specifieke punt niet op een verdergaande, op de individuele situatie van de gedetineerde toegespitste motivering. De beroepscommissie ziet voor een dergelijke motiveringsplicht, anders dan de beklagcommissie, ook geen aanleiding. Ter zitting heeft de directeur overigens aangegeven dat klager inmiddels – in totaal – 45 minuten per week mag bellen. Hiermee heeft klager ruimere gelegenheid om zijn sociale/familiaire contacten te onderhouden binnen de toegestane belduur.
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, voor zover in beroep aan de orde, en het beklag alsnog ongegrond verklaren. Hiermee komt de grondslag voor de aan klager toegekende tegemoetkoming te vervallen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep aan de orde, en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Deze uitspraak is op 9 augustus 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, mr. A. Pahladsingh en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
secretaris voorzitter