Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0969/GB, 11 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:11-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/969/GB

Betreft: [klager] datum: 11 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.M.C. van Nielen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 april 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Veenhuizen (Norgerhaven) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 3 november 2007 in Nederland gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Zwaag en is vervolgens geplaatst in de gevangenis Veenhuizen (Norgerhaven) waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Op 6 juni 2008 is hij geplaatst
op de KPO afdeling van het penitentiair selectiecentrum te Den Haag (hierna PSC).

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft al jaren in ernstige mate last van serieuze claustrofobische klachten en recidiverende paniekaanvallen die optreden wanneer klager voor een groot deel van de dag ingesloten wordt. De paniekaanvallen gaan gepaard met diverse lichamelijke
angstequivalenten. Hij heeft regelmatig het idee dood te gaan. In wisselende mate vertoont hij tekenen van derealisatie/dissociatie waarbij klager de beleving heeft dat zijn omgeving van uiterlijk verandert en dat de muren op hem afkomen, waardoor
klager een gevaar voor zichzelf en anderen vormt. Op basis van diagnoses van verschillende artsen is klager, voordat hij aan Duitsland werd uitgeleverd, detentieongeschikt verklaard. Klager heeft vervolgens in Duitsland een zeer licht regime gekregen.
Hij had daar de beschikking over een dubbele cel, waarvan de deuren vrijwel de gehele dag openstonden. Klager heeft enige tijd in Parnassia verbleven. In deze omgeving werden zijn klachten enigszins beheersbaar. De beslissing op het bezwaarschrift is
onvoldoende gemotiveerd. Verwezen wordt naar een tweetal rapportages die niet in het bezit van klager zijn. Het is onzorgvuldig om een bezwaarschrift ongegrond te verklaren op basis van stukken waarvan klager de inhoud niet kent. Klager heeft steeds
uitdrukkelijk aangegeven zijn strafrestant te willen uitzitten in een kliniek. Zijn verblijf in Duitsland heeft zijn klachten niet verminderd. Zijn klachten worden iedere dag erger. Voorts is voorbijgegaan aan het aanbod om het bezwaarschrift nader toe
te lichten door middel van een recente verklaring van de psychiater werkzaam bij het h.v.b. Zwaag. De medische dienst van de gevangenis Veenhuizen is volgens de psycholoog eveneens van mening dat klager in een verblijf moet worden geplaatst waar zijn
claustrofobie niet de overhand kan krijgen. Aangeboden wordt om de verklaringen na te zenden dan wel over te leggen bij de mondelinge behandeling van het beroep. De beslissing op bezwaar vermeldt dat de gevangenis Veenhuizen beschikt over een afdeling
waar extra en/of individuele zorg wordt geboden. Ook is er een ruime binnenplaats, waar klager met enige regelmaat vrij rond mag lopen. Dit kan bij benadering niet een passende behandeling van klagers ziekte garanderen.

3.2. Klagers raadsvrouw heeft op 14 juli 2008 telefonisch meegedeeld vernomen te hebben dat rond week 29 een rapportage door het PSC zal worden uitgebracht en dat zij het van belang acht om deze rapportage af te wachten.

3.3. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor de gevangenis Veenhuizen (Norgerhaven) naar aanleiding van een selectie-advies van het h.v.b. Zwaag, waarin wordt aangegeven dat klager zelf graag naar de gevangenis Veenhuizen wil en ook de inrichtingspsycholoog dit
duidelijk aangeeft. De psycholoog geeft aan dat de ruimte binnen deze inrichting groter is en dat dit voor klager van belang kan zijn. Omdat klager een gevangenisstraf van twaalf jaar is opgelegd, zijn de selectiestukken aangeboden aan het PSC. Het PSC
geeft in een schrijven van 31 maart 2008 aan dat een plaatsing in de gevangenis Veenhuizen een goede is. Indien er toch een toename van zijn klachten zou zijn, is een tijdelijke plaatsing in een FPA een mogelijke optie. Recente rapportages geven aan
dat
er wel plaatsingsmogelijkheden zijn binnen het gevangeniscircuit. De rapportages van de psycholoog van het h.v.b. Zwaag bevestigen dit. Volgens mondelinge informatie van het PSC zijn er geen bijzonderheden te vermelden over het functioneren van klager
in het PSC. De beginperiode verliep aanvankelijk wat onrustig maar momenteel zijn er geen bijzonderheden.

3.4. Uit de rapportage van het PSC van 24 juli 2008 volgt dat klagers problematiek niet ernstiger is dan tijdens klagers verblijf in het PSC in 2003, waardoor er thans geen indicatie is voor plaatsing op een psychiatrische afdeling. Vanwege de hoge
prikkelgevoeligheid is de mogelijkheid van plaatsing op een zorgafdeling met hem besproken. Klager heeft aangegeven dit niet te willen omdat dit een kleinere afdeling (en dus een kleinere ruimte) betreft en hij verwacht dat zijn klachten daar zullen
toenemen. Bij klager is sprake van een combinatie van angstklachten en persoonlijkheidsproblematiek. De angstklachten worden door de persoonlijkheid versterkt en in stand gehouden. Klager is eerder wegens zijn klachten geschorst geweest en hoopt nu
detentieongeschikt verklaard te worden. Klager wordt aangeboden voor terugplaatsing naar de gevangenis Veenhuizen (Norgerhaven). Van belang is dat hij baat heeft bij overdag sporten en zo nodig medicatie ’s nachts.

4. De beoordeling
4.1. Aan klager en zijn raadsvrouw is een afschrift verstrekt van alle stukken die in het kader van de beroepsprocedure aan de beroepscommissie zijn overgelegd.
Door de raadsvrouw is aangekondigd dat zij nog nadere rapportages/verklaringen aan de beroepscommissie zou overleggen, maar deze zijn niet op het secretariaat van de Raad ontvangen.
De beroepscommissie ziet geen reden om klager en de raadsvrouw in de gelegenheid te stellen het beroep mondeling toe te lichten.

4.2. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Klager, die aan claustrofobie lijdt, is geselecteerd voor de gevangenis Veenhuizen (Norgerhaven) omdat hem in die inrichting meer ruimte kan worden geboden dan in een andere gevangenis. Klager heeft volgens het selectie-advies van het h.v.b.
Zwaag ook zijn voorkeur uitgesproken voor plaatsing in Norgerhaven. Volgens de meest recente rapportage van het PSC, waarin wordt aangegeven dat klager baat heeft bij sporten overdag en zo nodig medicatie ’s nachts, kan er, indien klagers problemen
aanhouden of verergeren en er geen adequate bejegening zou kunnen worden geboden, gedacht worden aan plaatsing op bijvoorbeeld een individuele begeleidingsafdeling. Dit is thans (nog) niet aan de orde. Gelet op het bovenstaande, is de beroepscommissie
van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven