Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31955/GM, 24 juli 2023, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          23/31955/GM

    

           

Betreft [klager]

Datum 24 juli 2023

 

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij zijn antibiotica niet op cel aanwezig mag hebben.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wil zijn antibiotica op cel bij zich hebben. Toen klager in 2020 in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) gedetineerd zat, heeft hij ten onrechte negen maanden lang dwangmedicatie gehad. Klager moest toen dagelijks zijn medicatie onder toezicht en dwang innemen. Klager heeft hierdoor een trauma opgelopen. Wanneer de antibiotica op cel wordt gelegd komen er veel emoties los bij klager, waardoor hij de rest van de dag niet meer normaal kan functioneren. Klager wil dan ook de kuur in een keer krijgen, waardoor hij zelf de beschikking over de medicatie heeft. Door deze situatie is de kuur na één dag gestopt. Dit speelt al sinds augustus 2022 en heeft nadelige invloed gehad op zijn fysieke gestel. Voor het argument dat er sprake is van landelijk beleid, wordt geen onderbouwing gegeven. Klager wil weten waar dat landelijke beleid is terug te vinden. Volgens de medische dienst is de veiligheid niet in het geding.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

In de huisregels van de PI Dordrecht en het landelijk beleid van de Dienst Justitiële Inrichtingen staat dat in de regel medicatie wordt verstrekt per innamemoment (8:00, 12:00, 17:00 en 21:00 uur). Gedetineerden mogen op verzoek medicatie op cel bewaren als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn te vinden in het document ‘Voorwaarden afwijken medicatieverstrekking per innamemoment’.

Er zijn echter ook uitzonderingen om op cel bewaren niet toe te staan, ondanks dat de gedetineerde aan de voorwaarden voldoet. Dit kan te maken hebben met het soort medicatie of de afdeling waar de gedetineerde verblijft. Eén van deze afdelingen is de Extra Zorgvoorziening (EZV). De EZV is een afdeling voor kwetsbare gedetineerden. Dit zijn gedetineerden die niet kunnen functioneren in het reguliere regime, bijvoorbeeld omdat zij lichamelijke en/of geestelijke problemen hebben. De EZV plaatst deze gedetineerden in kleinere groepen om hen meer structuur en bescherming te geven. Het dagprogramma kent een vaste structuur om orde en duidelijkheid te scheppen in de chaos die gedetineerden kunnen ervaren.

Binnen de PI Dordrecht is de afspraak dat op de EZV geen medicatie op cel mag worden bewaard. Hierdoor kan goed overzicht worden gehouden op de innamemomenten van medicatie en worden gecontroleerd of deze op de juiste tijd wordt ingenomen en in de juiste hoeveelheid, bijvoorbeeld om een overdosering of een onderdosering te voorkomen. Met name bij het gebruik van antibiotica is een vast innamemoment belangrijk voor een optimale werking van het medicijn en om de veiligheid van de gedetineerde te garanderen.

Er kan op de EZV afdeling geen uitzondering worden gemaakt, omdat dit voor deze gedetineerden niet te begrijpen is als de ene gedetineerde de medicatie wel op cel aanwezig mag hebben en de andere gedetineerde niet. Het verschil in medicatie wordt niet altijd gezien of begrepen. De medicatie hoeft op de EZV niet onder dwang te worden ingenomen en het staat klager vrij om de medicatie te weigeren als hij dit wil.      

 

3. De beoordeling

Het gevoerde beleid zoals de inrichtingsarts dit in reactie op het beroepschrift heeft uiteengezet, komt de beroepscommissie niet onjuist voor. In de aantekeningen in het medisch dossier valt te lezen dat aan klager is uitgelegd dat het op de afdeling waar hij verblijft niet mogelijk is om de medicatie op cel in voorraad aanwezig te hebben. De beroepscommissie begrijpt dat het gaat om itraconazol, een middel dat wordt gebruikt tegen schimmelinfecties. Het getuigt van zorgvuldigheid om het gebruik en de innamemomenten van deze medicatie te monitoren voor een optimale werking van het middel en de veiligheid van de patiënt. Met name bij dit soort geneesmiddelen is goede monitoring van belang vanwege de risico’s op bijwerkingen. Dat voor klager in dit geval geen uitzondering op het beleid is gemaakt, is dan ook begrijpelijk en niet onzorgvuldig.

Het handelen van de inrichtingsarts kan niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 24 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven