Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29364/GM, 24 juli 2023, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/29364/GM
    
            
Betreft    [klager]
Datum    24 juli 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat zijn hoge bloeddruk, pijnklachten en verzoek om een tweede matras niet serieus worden genomen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en het hoofd zorg, namens de inrichtingsarts, gehoord op de digitale zitting van 2 juni 2023.
De heer drs. A.A.J. Jeurissen, tandarts en lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

Eén van de leden van de beroepscommissie, drs. P.J.M. van Puffelen, kon niet ter zitting aanwezig zijn, maar beslist wel mee op het beroep aan de hand van het dossier en wat besproken is ter zitting, zoals de voorzitter ter zitting heeft uitgelegd. Partijen hebben aangegeven hiertegen geen bezwaar te hebben.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft al maanden pijn en gevoelloze benen en armen. Deze pijn komt vanuit zijn heup, die in 2000 een keer uit de kom is geweest, waardoor er een spier is beschadigd. Belangrijk is goede ondersteuning. Klager slaapt op een metalen plaat, omdat de matrassen niet gebouwd zijn voor zijn lijf en gewicht. De medische dienst kijkt niet naar een echte oplossing, maar zegt alleen dat klager minder dan 135 kg weegt en daarom niet in aanmerking komt voor een aangepast matras. Klager ervaart erg veel pijn van het huidige matras. Klager had in eerdere inrichtingen een tweede matras. Klager krijgt naproxen, maar dat lost de pijn slechts voor enkele dagen op. Klager lijdt structureel.

Klager heeft daarnaast last van hoge bloeddruk. Klager is lichamelijk onderzocht. Hieruit bleek dat zijn leverwaardes niet goed zijn. Er zou een echo worden gemaakt, maar daar wacht klager nog steeds op. Klager wordt hierin tegengewerkt. Er was naar het idee van klager geen vervoer geregeld voor een bezoek aan het ziekenhuis. Klager zou met een bloeddrukmeter moeten lopen. Klager heeft hier drie keer om gevraagd, maar er werd tegen hem gezegd dat de batterijen niet waren opgeladen en dat er nieuwe besteld moesten worden. Klager heeft nog steeds geen bloeddrukmeter ontvangen. 

Standpunt van de inrichtingsarts
Aan klager is uitgelegd dat de regels in de PI zijn dat men alleen een dubbel matras krijgt als het gewicht boven de 135 kg is. Als het matras niet van goede kwaliteit is, kan de afdeling kijken of het vervangen moet worden. Dit gaat buiten de medische dienst om. Het hoofd zorg heeft ter zitting toegelicht dat ook als de klachten daartoe aanleiding geven, in overleg met de inrichtingsarts naar de mogelijkheid van een aangepast matras kan worden gekeken. Het hoofd zorg heeft toegezegd de vragen van klager over het matras met de inrichtingsarts te bespreken en dit terug te koppelen aan klager.
In het medisch dossier is te lezen dat klager uitgebreid onder de aandacht is van de medische dienst voor diverse klachten. Klager is gezien door de huisarts en heeft fysiotherapie gehad. De uitslagen van de bloeddrukmetingen worden in een apart tabblad in MicroHIS vermeld. 
Het is heel vervelend dat door praktische zaken (vervoer naar ziekenhuis en lege batterijen) een aantal onderzoeken niet of later zijn gedaan, hier kan de medische dienst niets aan doen. De medische dienst probeert goed in contact te blijven met klager.

3. De beoordeling
Matras 
De inrichtingsarts heeft geen medische indicatie voor een extra of aangepast matras afgegeven. De medische dienst hanteert een criterium van 135 kg waarboven een gedetineerde in aanmerking komt voor een aangepast matras. 

De beroepscommissie is van oordeel dat niet alleen mag worden uitgegaan van het gewichtscriterium bij het beoordelen van een verzoek om een aangepast of tweede matras (vergelijk RSJ 6 maart 2019, R-18/2054/GM). Ook bij een lager gewicht kunnen de gepresenteerde klachten een aangepast of extra matras noodzakelijk maken. 

Klager was bekend met heupklachten en heeft aangegeven dat hij om die reden in vorige inrichtingen een tweede matras heeft gekregen. Het had daarom in de rede gelegen dat de medische dienst was ingegaan op de specifieke gezondheidsklachten van klager en dat de inrichtingsarts zich had ingespannen om informatie over klagers problematiek te verkrijgen. Nu op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting aannemelijk is geworden dat dat niet is gebeurd, heeft de inrichtingsarts onvoldoende invulling gegeven aan zijn zorgplicht en moet het handelen van de inrichtingsarts ten aanzien van dit klachtonderdeel worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €25,-. 

Bloeddruk en overige klachten 
Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager ten aanzien van de overige klachten de zorg gekregen die van de inrichtingsarts en de rest van de medische dienst mocht worden verwacht. Klager heeft pijnmedicatie voorgeschreven gekregen en fysiotherapie gehad en de gegevens van de orthopeed zijn opgevraagd. Er zijn na de val van klager meerdere bloeddrukmetingen bij hem uitgevoerd en er is beleid uitgezet en bloedonderzoek verricht. De beroepscommissie zal het beroep in zoverre dan ook ongegrond verklaren.  


4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het matras gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €25,-. 

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de overige klachten ongegrond.


Deze uitspraak is op 24 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven