Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27023/GA, 29 augustus 2023, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Nummer           22/27023/GA

    

           

Betreft [klager]

Datum  29 augustus 2023

 

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet kunnen ontvangen van bezoek tijdens zijn verblijf in de PI Dordrecht.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht heeft op 12 april 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (PD-2022-000073). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. M. de Reus, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Dordrecht (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager verbleef in het kader van de externe tenuitvoerlegging van een door de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam opgelegde straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel in de PI Dordrecht. Uit het klaagschrift dat klager op 21 januari 2022 indiende volgt dat hij geen bezoek heeft ontvangen. Dat vloeit voort uit de omstandigheid dat klager kortdurend is overgeplaatst naar het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) Scheveningen. Klager is op 17 januari 2022 weer teruggekomen.

De directeur heeft aangegeven dat klager op 23 januari 2022 bezoek heeft ontvangen. Klager betwist dat. Hij heeft gedurende de gehele tenuitvoerlegging van de straf geen bezoek mogen ontvangen en het is voor hem onduidelijk waarom. Er is sprake van een kennelijk in de PI Dordrecht gemaakte vergissing, in die zin dat kennelijk sprake is van handelen van personeel in het kader van hun taakuitoefening dat heeft geleid tot het niet kunnen ontvangen van bezoek. Er is daardoor inbreuk gemaakt op artikel 38, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
 

Standpunt van de directeur

Na onderzoek blijkt dat klager met drie medegedetineerden vanuit de locatie De Schie tijdelijk is overgeplaatst naar de PI Dordrecht om daar hun straf van veertien dagen strafcel te ondergaan. Met de directie van de locatie De Schie is contact geweest omtrent het ontvangen van bezoek. Na inventarisatie gaven twee gedetineerden aan dat ze bezoek wilden ontvangen, inclusief klager. Er was voor klager en een medegedetineerde een bezoek geregeld op zondag 16 januari om 13:00 uur. Het bezoek van klager is niet doorgegaan, omdat klager in honger- en dorststaking was gegaan en op zaterdag 15 januari 2022 in opdracht van de inrichtingsarts is overgeplaatst naar het JCvSZ. Klager is maandagavond 17 januari 2022 weer retour gekomen. Hij was weer gaan eten en drinken.

Klager heeft weer bezoek aangevraagd en toegewezen gekregen op zondag 23 januari 2022 om 13:00 uur. Klager is op 24 januari 2022 overgeplaatst vanuit de PI Dordrecht naar de PI Vught. De directeur heeft aan zijn zorgplicht voldaan door klager een bezoekmogelijkheid aan te bieden en heeft tevens oog gehad voor de gezondheidstoestand van klager.

 

3. De beoordeling

In beroep is namens klager aangevoerd dat klager op 23 januari 2022 ook geen bezoek heeft ontvangen. Dit valt echter buiten de reikwijdte van het beklag dat op 21 januari 2022 is ingediend. De beroepscommissie zal dit daarom buiten beschouwing laten.

Aangezien klager klaagt over de schending van zijn in artikel 38, eerste lid, van de Pbw omschreven recht om gedurende ten minste één uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn klacht. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn klacht. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op dit beklag beslissen.

Uit hetgeen door en namens klager is gesteld over de gang van zaken en wat de directeur in zijn reactie op het klaagschrift en beroep hierover uiteen heeft gezet, volgt dat klagers bezoek op 16 januari 2022 in de PI Dordrecht niet doorging, omdat hij in opdracht van de inrichtingsarts was overgeplaatst naar het JCvSZ, vanwege klagers honger- en dorststaking. Het onder deze omstandigheden niet kunnen ontvangen van bezoek levert naar het oordeel van de beroepscommissie geen schending van voornoemd recht op, nu het bezoekmoment niet door toedoen van de directeur of een fout van het personeel geen doorgang heeft gevonden, maar vanwege klagers gezondheidstoestand.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 29 augustus 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven