Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1586/GB, 11 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:11-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1586/GB

Betreft: [klager] datum: 11 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Dordtse Poorten dan wel het h.v.b./ISD Rotterdam te Krimpen aan den IJssel afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 23 april 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Torentijd te Middelburg.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager vindt dat er geen reden is om hem niet over te plaatsen. Hij krijgt in Middelburg in het geheel geen bezoek en daar heeft hij het heel moeilijk mee.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager functioneert matig in het h.v.b. Torentijd. Daarnaast is er geen medische onderbouwing van de door klager gestelde medische problemen bij zijn moeder. Klager is ingesloten in een inrichting in een arrondissement grenzend aan dat waar hij
strafrechtelijk vervolgd wordt. Daarnaast blijkt uit de inlichtingen van de directeur van het h.v.b. Torentijd dat klager zijn gedrag geen positieve wending heeft kunnen geven. Hij is nog onlangs disciplinair gestraft in verband met een vechtpartij met
een medegedetineerde.

4. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur van het h.v.b. Torentijd komt naar voren dat klager geen bezoek krijgt in de inrichting aldaar. Dit zou op zich een reden kunnen zijn om klager over te plaatsen naar een inrichting die dichter bij de woonplaats van
klagers ouders ligt. Nu evenwel de door klager gestelde onmogelijkheid voor zijn ouders om hem te bezoeken in het geheel niet wordt onderbouwd, kan die onmogelijkheid onvoldoende aannemelijk worden geacht. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier , leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven