Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1155/TA, 31 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1155/TA

betreft: [klager] datum: 31 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 mei 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager heeft schriftelijk meegedeeld dat naar zijn mening er volstaan kan worden met een schriftelijke behandeling van de zaak.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R. Polderman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft a. het onjuist uitvoeren van het urinecontroleprotocol, waardoor klager gedurende drie weken afdelingsarrest is opgelegd en b. het gebruik van klagers urine/DNA voor oneigenlijke doeleinden door het laboratorium.

De beklagrechter heeft het beklag vermeld onder a. gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 15,= toegekend en klager ten aanzien van het beklag vermeld onder b. niet-ontvankelijk verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a.:
Het niet nakomen van het urinecontroleprotocol is een structureel probleem dat al lange tijd bij de inrichting bekend is. Tot op heden is er geen verbetering aangebracht. Klager heeft drie weken niet mogen werken, waardoor hij € 169,20 aan loon is
misgelopen. Voorts heeft hij drie weken een uur per week begeleid bezoek gehad, hetgeen normaal onbegeleid en onbeperkt is.
Uit praktisch oogpunt wordt voorgesteld om klager te compenseren voor het oneigenlijk gebruik van de urinecontrolescore, te weten met 3 x € 56,40 = € 169,20 en daarnaast een tegemoetkoming vast te stellen die substantieel hoger is dan de toegekende €
15,= aangezien de schending van klagers rechten tot op heden voortduurt.
Met betrekking tot b.:
De inrichting geeft opdracht aan het laboratorium en heeft derhalve de bevoegdheid om haar onderzoeksopdracht te beperken tot hetgeen in het kader van het urinecontroleprotocol is toegestaan. Verzocht wordt om klager alsnog te ontvangen in het beklag
en
het beklag gegrond te verklaren onder bepaling dat de opgeslagen DNA-gegevens van klager worden vernietigd.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Per 17 juni 2008 is er een geharmoniseerd en verbeterd urinecontroleprotocol in werking getreden dat volledig in overeenstemming is met de Regeling urineonderzoek verpleegden. Het protocol is aan alle patiënten en bewoners uitgereikt. Gegronde klachten
gelijk aan het beklag zullen dus niet langer voorkomen. Geen reden wordt gezien om de toegewezen tegemoetkoming te verhogen.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a.:
Door klager is gesteld en dit is door het hoofd van de inrichting erkend dat het urineprotocol niet juist is toegepast. Volgens klager is hem als gevolg hiervan afdelingsarrest opgelegd, waardoor hij onder meer drie weken niet aan de arbeid heeft
kunnen
deelnemen en is hij hierdoor drie weken loon misgelopen. Dit laatste is niet betwist door het hoofd van de inrichting. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de door de beklagrechter aan klager toegekende tegemoetkoming niet juist is. Zij
zal op dit punt het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en aan klager alsnog een tegemoetkoming toekennen van € 169,20.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter op dit punt en kent aan klager alsnog een tegemoetkoming toe van € 169,20.
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven