Nummer 23/34505/GB
Betreft [klaagster]
Datum 29 juni 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klaagster] (hierna: klaagster)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 3 januari 2023 klaagster opgeroepen om zich op 3 juli 2023 te melden in de locatie Nieuwersluis, voor het ondergaan van 150 dagen gevangenisstraf.
Klaagster heeft verzocht om uitstel van de melddatum. Verweerder heeft dat verzoek op 19 juni 2023 afgewezen.
Klaagsters raadsman, mr. H.J. Oosterhagen, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klaagster
In een brief van 30 mei 2023 heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen klaagster verzocht telefonisch contact op te nemen met de locatie Nieuwersluis, omdat klaagster zich daar moet melden voor het ondergaan van een gevangenisstraf. Die brief vermeldt ook dat zij een andere brief zou ontvangen waarin staat waar, wanneer en voor hoe lang zij zich moet melden. Die brief heeft klaagster niet ontvangen. Tijdens het telefoongesprek is haar pas duidelijk geworden dat zij zich op 3 juli 2023 moet melden.
Allereerst geldt dus dat klaagster in strijd met het bepaalde in artikel 2:4, tweede lid, van de Beleidsregels tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen 2021 (hierna: de Beleidsregels) geen oproep heeft ontvangen waarin de datum is vermeld waarop zij zich moet melden.
Daarnaast zijn er inhoudelijke gronden aanwezig tegen de bestreden beslissing. Klaagster woont in Zwolle en zij is moeder van een veertienjarige dochter. Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden gedetineerden geplaatst in een gevangenis in het arrondissement van vestiging. Voor klaagster betekent dit dat zij in de Penitentiaire Inrichting (PI) Zwolle geplaatst dient te worden. Klaagsters dochter is getraumatiseerd door de aanhouding van haar ouders (zij was toen een meisje van zeven jaar). Zij werd alleen rustig als ze bij haar moeder in bed kon slapen en durfde niet naar school, omdat ze bang was dat haar ouders dan weer meegenomen zouden worden. De ambulant begeleider schreef op 17 november 2022 dat het vastzitten van klaagster een grote impact zal hebben op klaagsters dochter. Gelet op de afstand tussen klaagsters woning en de locatie Nieuwersluis, zal een bezoekregeling tussen klaagster en haar dochter niet mogelijk zijn. Dit, terwijl klaagsters dochter op fietsafstand van de PI Zwolle woont. Hierbij geldt het recht op ‘family life’ zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.
Daarbij komt dat er voor verweerder geen sprake is van een spoedeisend belang bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Uit artikel 6:1:2 van het Wetboek van Strafvordering volgt slechts dat een beslissing zo spoedig mogelijk ten uitvoer wordt gelegd. Wachten totdat er in de PI Zwolle plaats is, is echter geen onredelijke vraag. Gedetineerden in vrouwengevangenissen verkeren gemiddeld slechts drie maanden in detentie. De strafbare feiten hebben zich voorgedaan tussen 2012 en 2018. Inmiddels zijn er sindsdien vijf tot elf jaren verstreken. Als de geloofwaardigheid van het strafrechtsysteem en het vertrouwen van de burgers in de rechtstaat al geschaad zouden worden door de vertraagde tenuitvoerlegging, dan houdt dat niet verband met het onderhavige beroep. Omdat klaagster haar straf op korte termijn wenst uit te zitten, heeft het de voorkeur dat de datum waarop zij zich zal moeten melden gelegen is tussen 1 juli 2023 en 31 december 2023.
Bij de belangenafweging dient tot slot de huidige situatie in de locatie Nieuwersluis te worden betrokken. Al geruime tijd komen er berichten naar buiten over misstanden die zich voordoen in die inrichting.
Standpunt van verweerder
Klaagster is op 8 december 2022 opgeroepen om zich op 16 januari 2023 te melden in de locatie Nieuwersluis. Op 30 december 2022 heeft klaagsters advocaat een verzoek tot uitstel ingediend, omdat klagers partner in diezelfde periode een gevangenisstraf moest ondergaan en klaagster en haar partner vreesden voor de impact op hun dochter. Bij beslissing van 3 januari 2023 is aan klaagster uitstel verleend tot 3 juli 2023. De beslissing en de oproepbrief zijn naar klaagsters advocaat gemaild om die aan klaagster uit te reiken.
Daarnaast is op 2 juni 2023 opnieuw een bezwaarschrift ingediend door een medewerker van Ambulant Begeleider Team Zwolle. De medewerker verzoekt daarbij om de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf of een enkelband. Bij beslissing van 5 juni 2023 is het bezwaarschrift ongegrond verklaard.
Hoewel verweerder begrip heeft voor klaagsters wens om haar detentie in de PI Zwolle te ondergaan, staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voorop. Momenteel is er geen celcapaciteit in de PI Zwolle.
3. De beoordeling
De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregels.
Voor zover namens klaagster wordt gesteld dat zij in strijd met de Beleidsregels geen oproep heeft ontvangen waarin de datum is vermeld waarop zij zich moet melden, geldt het volgende. Op grond van artikel 1:3 van de Beleidsregels worden natuurlijke personen die onderwerp zijn van de tenuitvoerlegging van één of meerdere sancties per post aangeschreven op het tijdens de opsporing, vervolging of berechting opgegeven adres, dan wel op het adres uit de basisregistratie personen. Indien een persoon niet kan worden bereikt op dat adres, kan een adres worden gebruikt waarvan een indicatie bestaat dat die persoon daar wel kan worden bereikt. Verweerder geeft aan dat de oproepbrief van 3 januari 2023 naar klaagsters advocaat is gemaild met het verzoek om deze aan klaagster uit te reiken. Het is de beroepscommissie echter niet duidelijk of klaagster niet kon worden bereikt op haar woonadres. Los van het antwoord op die vraag, overweegt de beroepscommissie ten aanzien van de inhoudelijke gronden als volgt.
Klaagster wil graag uitstel van haar melddatum, omdat zij in de PI Zwolle geplaatst wenst te worden. Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Dat laatste is in klaagsters geval aan de orde. In de PI Zwolle is op dit moment geen celcapaciteit beschikbaar, dus is klaagster in de locatie Nieuwersluis geplaatst.
Hoewel de beslissing conform artikel 25 van de Regeling is genomen, is de beroepscommissie van oordeel dat hoge eisen mogen worden gesteld aan de onderbouwing van de beslissing, nu die beslissing niet alleen gevolgen heeft voor klaagster, maar ook voor haar minderjarige dochter. Aan het belang van het kind dient veel waarde te worden gehecht.
Uit brieven van de mentor van klaagsters dochter en de ambulant begeleider van klaagsters gezin, volgt dat klaagsters dochter als zevenjarig meisje heeft meegemaakt dat haar ouders op een ochtend onaangekondigd werden meegevoerd in een politieauto. Dat is voor haar een traumatische gebeurtenis geweest. Het gaat sinds vijf maanden weer erg slecht met klaagsters dochter, doordat haar vader in detentie is geraakt. Klaagster moet zich op 3 juli 2023 melden en dit is enkele dagen nadat de vader (klaagsters partner) in vrijheid zal worden gesteld. De ambulant begeleider heeft contact gehad met het wijkteam en de hulpverlening maakt zich grote zorgen om klaagsters dochter. Uit haar gedrag blijkt dat er sprake is van psychische kwetsbaarheid. Hoewel zij op school in haar eerste leerjaar door afwezigheid en vermoeidheid bijna een derde van de lessen heeft gemist, is het samen met haar mentor toch gelukt om door te stromen naar het tweede leerjaar.
Nu klaagsters dochter klaagster in de PI Zwolle per fiets zou kunnen bezoeken, is de beroepscommissie gelet op het voorgaande van oordeel dat verweerder dient toe te lichten hoe lang de wachtlijst voor een plek in de PI Zwolle op dit moment (ongeveer) is en binnen welke termijn klaagster dus in aanmerking zou kunnen komen voor het ondergaan van de gevangenisstraf in de PI Zwolle.
Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Tot die tijd hoeft klaagster zich dus niet te melden. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klaagster een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klaagster geen tegemoetkoming toe.
Deze uitspraak is op 29 juni 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. F. van Dekken en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
secretaris voorzitter