Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27917/GA, 10 juli 2023, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/27917/GA

               

Betreft [Klager]

Datum 10 juli 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van veertien dagen, vanwege klagers problematische gedrag en het niet aankunnen van het gemeenschapsregime op de afdeling, ingaande op 7 april 2022 om 17:00 uur.

 

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 13 juni 2022 het beklag ongegrond verklaard (Vu 2022/506). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klagers raadsvrouw, mr. F.H.J. de Graaf, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de PI Vught, gehoord middels telehoren op de zitting van 21 april 2023. Omdat de schriftelijke mededeling van de betreffende ordemaatregel niet in het dossier was gevoegd door de secretaris van de commissie van toezicht en de beroepscommissie ambtshalve bekend was met de ordemaatregel omdat deze door de directeur in de schorsingsprocedure (RSJ 12 april 2022, 22/26827/SGA) aan het secretariaat van de RSJ is toegezonden, heeft de beroepscommissie de beschikbare beslissing (nogmaals) met partijen gedeeld op 2 maart 2023. Echter, door een systeemfout is die beslissing – kennelijk – niet door partijen ontvangen.

 

Ter zitting is door de beroepscommissie – in overleg met partijen – beslist dat de beslissing na afloop van de zitting aan partijen zal worden toegezonden, waarbij zij een reactietermijn van tien dagen hebben gekregen zodat zij hun standpunt schriftelijk (nader) kenbaar hebben kunnen maken. Klagers raadsvrouw heeft klagers standpunt binnen de gegeven termijn (nader) toegelicht. De directeur heeft ondanks een herhaald verzoek om een reactie niet gereageerd.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De toegezonden beslissing bestaat uit slechts één pagina. Normaliter staat op de tweede pagina de rechtsmiddelenclausule vermeld, alsmede de datum waarop de beslissing is uitgereikt aan klager. Indien deze tweede pagina niet bestaat levert dat een formeel gebrek op.

 

Klager handhaaft zijn stelling dat voor de uitsluiting van activiteiten geen goede grond bestond. Dit heeft namelijk voor klager een averechts effect gehad. Klager is van mening dat hij prima functioneerde in een groep, waardoor voor deze beperking geen goede grond bestond. Er hebben zich daarenboven nimmer incidenten in groepsverband voorgedaan. Hetgeen de directeur beschrijft in de toegezonden beslissing is, aldus klager, geen juiste weergave van de werkelijkheid.

 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft geen standpunt kenbaar gemaakt.

 

3. De beoordeling

Op grond van artikel 58, vierde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) wordt in de schriftelijke mededeling van de beslissing gewezen op de mogelijkheid van het instellen van beklag en de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit moet gebeuren, alsmede op de mogelijkheid tot het doen van een schorsingsverzoek bij de voorzitter van de beroepscommissie. De beroepscommissie stelt vast dat de door de directeur in het kader van het eerdergenoemde schorsingsverzoek toegezonden beslissing, die vervolgens aan partijen is toegezonden, uit één pagina bestaat. De directeur heeft, ondanks herhaald verzoek, geen standpunt in beroep kenbaar gemaakt en ook niet (opnieuw) de schriftelijke beslissing aan de beroepscommissie toegezonden. De beroepscommissie gaat er bij deze stand van zaken dan ook vanuit dat de schriftelijke mededeling van de beslissing slechts uit één pagina bestaat.

 

In de beslissing is geen rechtsmiddelenclausule als bepaald in artikel 58, vierde lid, van de Pbw opgenomen en evenmin is op deze pagina vermeld of en zo ja, wanneer en door wie de beslissing aan klager is uitgereikt, waardoor de beroepscommissie niet kan toetsen of de beslissing onverwijld aan klager is uitgereikt. Gelet op deze vormverzuimen kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven en moet het beklag alsnog gegrond worden verklaard.

 

Voor wat betreft de beroepsgronden die zien op de inhoudelijke aspecten van de ordemaatregel, schaart de beroepscommissie zich achter de uitspraak van de beklagcommissie. Nu de bestreden beslissingen, buiten de formele gebreken, naar het oordeel van de beroepscommissie niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt en klager geen nadeel heeft ondervonden van de formele gebreken nu hij tijdig een verzoek om schorsing en ook tijdig beklag heeft kunnen instellen, ziet de beroepscommissie geen aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 10 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, drs. U.A. Breedijk en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven