nummer: 08/804/GA
betreft: [klager] datum: 25 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van het huis van bewaring/ISD Rotterdam,
gericht tegen een uitspraak van 28 maart 2008 van de beklagcommissie bij voormeld huis van bewaring/ISD, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) De Schie te Rotterdam, is klagers raadsman, mr. P.H. van Akenborgh, gehoord. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke
wijze
was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. De directeur van het huis van bewaring/ISD Rotterdam heeft kort voor aanvang van de zitting telefonisch bericht dat hij zich heeft vergist in de zittingslocatie en niet tijdig in de p.i. De Schie
aanwezig kan zijn. De directeur is daarop schriftelijk in de gelegenheid gesteld zijn beroep nader toe te lichten. Op 4 juli 2008 ontving de beroepscommissie een reactie. Deze is ter informatie aan klager en zijn advocaat toegezonden.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het buiten aanwezigheid van klager openen van post van het CJIB.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Tijdens de zitting van de beklagcommissie is niet onomstotelijk aangetoond dat de post van het CJIB door medewerkers van de inrichting was geopend.
In de inrichting komt het zelden voor dat post van gedetineerden door het personeel wordt geopend.
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Ter zitting van de beklagcommissie is aannemelijk geworden dat de post van het CJIB buiten aanwezigheid van klager is geopend. De inrichting had
klager
daarover moeten informeren. De beklagcommissie heeft het beklag dan ook terecht gegrond verklaard. De informatie van het CJIB kan tegen klager worden gebruikt en draagt daarom een vertrouwelijk karakter. Aan de boetes ligt een beschikking van het OM
ten
grondslag.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 36, tweede lid, Pbw is de directeur bevoegd enveloppen of andere poststukken, afkomstig van of bestemd voor gedetineerden, op aanwezigheid van bijgesloten voorwerpen te onderzoeken en deze hiertoe te openen. Indien de enveloppen of
andere poststukken afkomstig zijn van of bestemd zijn voor de in artikel 37, eerste of tweede lid, genoemde personen of instanties, geschiedt dit onderzoek in aanwezigheid van de betrokken gedetineerde.
Het beklag betreft het feit dat een poststuk van het CJIB bestemd voor klager buiten diens aanwezigheid is geopend. Het CJIB wordt niet vermeld in artikel 37 Pbw. Het CJIB is een agentschap van het Ministerie van Justitie, dat belast is met de inning
van financiële sancties en maatregelen en kan daarmee niet beschouwd worden als een justitiële autoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Pbw en is ook niet een instantie door de Minister of de directeur aangewezen, zoals bedoeld
in artikel 37, eerste lid, onder k, Pbw. Mitsdien is er geen sprake van geprivilegieerde post die in aanwezigheid van klager dient te worden geopend. Het beroep van de directeur is derhalve gegrond. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden
vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 25 juli 2008
secretaris voorzitter