Nummer 22/31202/GA
Betreft [Klager]
Datum 10 juli 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, teneinde nader onderzoek te verrichten naar aan klager gerelateerde informatie die (mogelijk) ernstige veiligheidsrisico’s oplevert voor de inrichting of personen, ingaande op 15 mei 2022, welke ordemaatregel extern ten uitvoer is gelegd in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (LW-2022-263, LW-2022-271 en LW-2022-282);
b. de verlenging van de ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, teneinde nader onderzoek te verrichten naar aan klager gerelateerde informatie die (mogelijk) ernstige veiligheidsrisico’s oplevert voor de inrichting of personen, ingaande op 29 mei 2022, welke ordemaatregel extern ten uitvoer is gelegd in de EBI van de PI Vught (LW-2022-298);
De beklagcommissie bij de PI Leeuwarden heeft op 15 december 2022 de klachten ongegrond verklaard.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klagers raadsman mr. M. de Reus en […], juridisch medewerker bij de PI Leeuwarden, gehoord op de digitale zitting van 10 mei 2023. Klager heeft afstand gedaan van de gelegenheid om op de digitale zitting te worden gehoord.
2. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie overweegt daarbij aanvullend nog het volgende.
De precieze aard en achtergrond van de informatie die tot de oplegging, verlenging en externe tenuitvoerlegging van de ordemaatregel hebben geleid, was en is tot op heden niet inzichtelijk gemaakt voor klager (en zijn raadsman). De beroepscommissie begrijpt dat klager hierover graag meer duidelijkheid (had) wil(len) krijgen, maar er kunnen gegronde redenen zijn die zich daartegen verzetten. De directeur was en is beperkt in het delen van informatie in verband met het door de politie ingestelde onderzoek. De beroepscommissie ziet geen reden om aan de stellingen van de directeur te twijfelen dat de binnengekomen informatie ernstige veiligheidsrisico’s met zich mee zou kunnen brengen, er op grond daarvan een verhoogd risico op voortgezet crimineel handelen bestond en dat met het oog op het te verrichten onderzoek het in het belang van de orde, rust en veiligheid dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk was om klager extern in afzondering te plaatsen. De beroepscommissie merkt daarbij op dat nu klager in afzondering verbleef, de invloed van het regime van de EBI slechts beperkt was.
De beroepscommissie stelt voorts vast dat klager bij de verlenging van de ordemaatregel door de directeur van de PI Vught namens de directeur van de PI Leeuwarden is gehoord. Naar het oordeel van de beroepscommissie is daarmee aan artikel 57, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet voldaan.
Gelet op het voorgaande verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 10 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. S. Woudman-Bijl, leden, bijgestaan door de secretaris.
voorzitter