Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34136/SGA, 9 juni 2023, schorsing
Uitspraakdatum:09-06-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/34136/SGA

               

Betreft [verzoeker]

Datum 9 juni 2023

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft op 2 juni 2023 beslist dat verzoeker geen telefonisch en/of fysiek contact meer mag hebben met zijn partner.

 

Verzoekers raadsman, mr. T.S. van der Horst, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk IJ-2023-000571).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

 

Namens verzoeker wordt aangevoerd dat de bestreden beslissing verschillende gebreken kent en daarmee niet voldoet aan de eisen die de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en de beroepscommissie daaraan stellen. Zo is de juridische betekenis onduidelijk, is de beslissing niet ondertekend en wordt er geen termijn benoemd waarin de kennelijke weigering van kracht is. Daarbij komt dat de beslissing onvoldoende is gemotiveerd, in die zin dat niet blijkt waarom het noodzakelijk is geen contact (meer) toe te staan en welke belangen in de kennelijke besluitvorming zijn meegewogen.

 

De directeur voert aan dat verzoeker op 19 mei 2023 verschillende toezichtmaatregelen zijn opgelegd in het kader van zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM), waaronder de toezichtmaatregel ‘screenen telefonische contacten’. Verzoeker moet telefoonnummers die hij wil gebruiken kenbaar maken, waarna deze door het Bureau Integriteit en Veiligheid en het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) worden gescreend. Het GRIP heeft te kennen gegeven op dit moment bezwaren te hebben om contact tussen verzoeker en zijn partner positief te kunnen screenen. De directeur heeft dit advies overgenomen en schriftelijk aan verzoeker medegedeeld op 2 juni 2023. Verzoeker mag conform de hem opgelegde toezichtmaatregelen niet telefoneren en/of (fysiek) bezoek ontvangen van zijn partner, aldus de directeur.

 

De voorzitter overweegt als volgt.

Op grond van de artikelen 38, derde lid, en 39, derde lid, van de Pbw kan de directeur een bepaald persoon of bepaalde personen de toegang tot de inrichting weigeren en de gelegenheid tot het voeren van (een) bepaald(e) telefoongesprek(ken) weigeren voor de duur van ten hoogste twaalf maanden. Uit de bestreden beslissing volgt evenwel niet dat deze op de voornoemde bepalingen is gebaseerd. Aan verzoeker is ook geen toezichtmaatregel opgelegd in het kader van zijn GVM-status op grond waarvan bezoek van en/of telefonisch contact met bepaalde personen hem wordt geweigerd. Het is de voorzitter dan ook niet duidelijk wat de wettelijke grondslag van de bestreden beslissing is. Uit de bestreden beslissing volgt bovendien niet voor welke duur deze is opgelegd.

 

Bij de voornoemde stand van zaken voldoet de bestreden beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Gelet daarop zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 9 juni 2023 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven