Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33826/SGA, 23 mei 2023, schorsing
Uitspraakdatum:23-05-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/33826/SGA

           

Betreft [verzoeker]

Datum 23 mei 2023

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van het Detentiecentrum (DC) Schiphol (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met televisie, vanwege een positieve uitslag na een urinecontrole, ingaande op 20 mei 2023 om 16:30 uur en eindigend op 23 mei 2023 om 16:30 uur.

 

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift.

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

 

Verzoeker voert aan dat hij zelf om een urinecontrole heeft gevraagd omdat hij al zeven weken is gestopt. Nu scoort hij alsnog 136 op THC en willen ze verzoekers verlof voor de bevalling van zijn vrouw afwijzen. Verzoeker vraagt de voorzitter hier goed naar te kijken, want het klopt gewoon niet. Alle scores van verzoeker waren meer dan 1000.

 

Uit de schriftelijke reactie van de directeur, waaronder het schriftelijk verslag van 20 mei 2023, komt naar voren dat verzoeker op 3 april 2023 is ingeschreven in het DC Schiphol en dat op 12 mei 2023 een urinecontrole bij hem is uitgevoerd in verband met een verlofaanvraag. De uitslag daarvan was positief op cannabis met een waarde van 157 ug/l. Ook de uitslag van het door verzoeker aangevraagde herhalingsonderzoek was positief op cannabis, met een waarde van 136 ug/l. Uit verzoekers Detentie- en Re-integratieplan komt naar voren dat verzoeker op 5 maart 2023 voor het laatst een urinecontrole heeft gehad, waarvan de uitslag positief was op cannabis met een waarde van 1000 ug/l. De directeur stelt dat het bij frequent cannabisgebruik mogelijk is tot een maand na het laatste gebruik een positieve uitslag van een urinecontrole te hebben. Omdat verzoeker ten tijde van de afname van de urinecontrole al meer dan een maand in detentie verbleef, is het aannemelijk dat sprake is van (bij)gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen binnen het DC Schiphol. Vanwege het drugsontmoedigingsbeleid van het DC Schiphol wordt in beginsel altijd een disciplinaire straf opgelegd bij het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen in de inrichting, aldus de directeur.

 

De voorzitter overweegt als volgt.

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dient voor de beoordeling van de vraag of sprake is van bijgebruik van cannabis te worden uitgegaan van de THC/Kreatinineratio en moet voor de berekening van dergelijk bijgebruik worden uitgegaan van  het meest gunstige model, namelijk een halfwaardetijd van maximaal veertien dagen (bijvoorbeeld RSJ 16 december 2015, 14/4759/GA en RSJ 30 maart 2021, R-20/8567/GA).

 

Uit de stukken volgt dat verzoeker stelt de afgelopen zeven weken geen drugs te hebben (bij)gebruikt en dat hij heeft aangegeven dat sprake is afbouw. De voorzitter is niet gebleken dat de directeur is nagegaan of daadwerkelijk sprake is van afbouw sinds de laatste urinecontrole van verzoeker op 5 maart 2023. De directeur lijkt daarmee voorbij te gaan aan de bovengenoemde jurisprudentie van de beroepscommissie en de omstandigheid dat een positieve uitslag na een urinecontrole niet direct strafwaardig gedrag – in de zin van (bij)gebruik van drugs – hoeft op te leveren wanneer sprake is van afbouw. De directeur heeft geen gegevens aangeleverd over de THC/Kreatinineratio op grond waarvan beoordeeld kan worden of sprake is van bijgebruik van drugs en zodoende van strafwaardig gedrag.

 

Gelet op het voorgaande is naar het voorlopig oordeel van de voorzitter onvoldoende aannemelijk geworden dat bij verzoeker sprake is geweest van bijgebruik van drugs na zijn laatste urinecontrole in maart 2023. De beslissing van de directeur om verzoeker de bestreden disciplinaire straf op te leggen moet daarom op voorhand als zodanig onredelijk en onbillijk worden aangemerkt dat de voorzitter het verzoek zal toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing zal schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 23 mei 2023 gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven