Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26745/GA, 28 augustus 2023, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/26745/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    28 augustus 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat van iedere gedetineerde de geboortedatum op de celdeur is vermeld en dit strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) oplevert, waardoor klagers privacy is geschonden.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 24 maart 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (AE 2022/135). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De beklagrechter is niet ingegaan op klagers klacht, omdat de klacht schijnbaar betrekking heeft op alle gedetineerden. De beklagrechter heeft niet erkend dat klagers privacy individueel geschonden wordt op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). 

Standpunt van de directeur
De directeur persisteert bij hetgeen is aangevoerd in beklag. 
 

3. De beoordeling
In artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw) is bepaald dat een gedetineerde beklag kan instellen tegen een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Hoewel de omstandigheid dat op de naambordjes op de celdeuren de geboortedatum van gedetineerden is vermeld ook voor klager geldt, betreft dit niet een (specifiek) jegens klager genomen beslissing, maar een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel. Tegen een dergelijke algemene regel staat in beginsel geen beklag open. Dit beginsel lijdt slechts uitzondering in gevallen waarin de algemene regel in strijd is met hogere wet- en/of regelgeving. De beroepscommissie is van oordeel dat dit niet het geval is en zal dat hieronder toelichten.

Sinds 25 mei 2018 geldt de Wbp niet meer en is de AVG van toepassing. Naast de AVG is er een aparte Richtlijn gegevensbescherming politie en justitie. Deze richtlijn is in Nederland per 1 januari 2019 geïmplementeerd in de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg). Op de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (tenuitvoerleggingsgegevens) is in beginsel niet de AVG, maar de Wjsg van toepassing. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dat ook in deze zaak het geval. 

In artikel 1, aanhef en onder d, van de Wjsg – voor zover hier van belang – is bepaald dat onder tenuitvoerleggingsgegevens wordt verstaan persoonsgegevens inzake de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen, die in een gegevensbestand zijn of worden verwerkt. Onder ‘gegevensbestand’ moet volgens artikel 1, aanhef en onder o, van de Wjsg – voor zover relevant – worden verstaan: elk ander gestructureerd geheel van tenuitvoerleggingsgegevens dat op een functioneel of geografisch bepaalde wijze is verspreid. De beroepscommissie is van oordeel dat het naambordje op de celdeur met de daarop verwerkte persoonsgegevens van klager waaronder zijn geboortedatum, onder deze definitie kan worden geschaard (vergelijk RSJ 16 mei 2022, 21/20499/GA).

Op grond van artikel 51a, eerste lid, van de Wjsg worden tenuitvoerleggingsgegevens verwerkt, indien dit noodzakelijk is voor een goede vervulling van een wettelijke taak of het nakomen van een andere wettelijke verplichting.

Op grond van artikel 51b, eerste lid, in samenhang met artikel 3 van de Wjsg worden tenuitvoerleggingsgegevens slechts verwerkt voor zover dit behoorlijk en rechtmatig is, de gegevens rechtmatig zijn verkregen en de gegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn. 

De beroepscommissie stelt vast dat op het naambordje op klagers celdeur in ieder geval zijn achternaam, voorletter en geboortedatum zijn vermeld. Volgens klager is het onnodig en dient het geen enkel nut om zijn geboortedatum op de celdeur te noteren. 

De directeur heeft in zijn verweerschrift in de beklagprocedure aangevoerd dat het gebruik van naambordjes – met de daarop vermelde persoonsgegevens – een middel is om tot een ongestoorde tenuitvoerlegging van de detentie te komen. Voorts heeft de directeur tijdens de zitting in de beklagprocedure aangevoerd dat de gegevens op de celdeuren, zoals een naam en een geboortedatum, noodzakelijk zijn om de identiteit van de betreffende gedetineerde in voorkomende omstandigheden, zoals medische incidenten, te kunnen vaststellen. De beroepscommissie komt tot het oordeel dat gelet op de voormelde artikelen uit de Wjsg het zeer beperkte aantal persoonsgegevens (in dit geval klagers geboortedatum) op het naambordje – ten behoeve van de voornoemde doeleinden – als noodzakelijk, toereikend, ter zake dienend en bovendien niet als bovenmatig kan worden aangemerkt. Het vermelden van de geboortedatum op het naambordje op de celdeur is naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook niet in strijd met de Wjsg.

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat klager zich beklaagt over een algemeen voor iedere gedetineerde geldende regeling die niet in strijd is met hogere wet- en/of regelgeving. Naar het oordeel van de beroepscommissie is van schending van klagers privacy in dit geval geen sprake. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met aanvulling van de gronden. 
 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.


Deze uitspraak is op 28 augustus 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. T.L. Hokken, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven