Nummer 23/33284/SGA
Betreft [Verzoeker]
Datum 11 mei 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem (hierna: verzoeker)
1. De procedure
[Verzoeker] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de weigering van verzoeker om een ingekomen poststuk met foto’s van zijn kleindochter aan hem uit te reiken.
De beklagcommissie bij de PI Arnhem heeft op 14 april 2023 het beklag gegrond verklaard en verzoeker opgedragen om het poststuk met de foto’s alsnog aan klager uit te reiken (A-2022-598).
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die uitspraak.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van klagers raadsvrouw, mr. S.M. Hoogenraad, op het schorsingsverzoek en van het beroepschrift (23/33270/GA).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitspraak van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht.
Verzoeker voert aan dat op twee opgestuurde foto’s klagers kleindochter in haar badpakje met een zwemdiploma voor zich is afgebeeld. Klager verblijft momenteel op de afdeling E2. Op de afdeling E2 verblijven grotendeels gedetineerden die voor een zedendelict, onder andere wegens ontucht met kinderen, gedetineerd zijn geraakt. Klager zelf wordt verdacht van het in bezit hebben van kinderpornografie, het zelf maken van kinderpornografie en van seksueel misbruik van kinderen. Volgens verzoeker hebben de foto’s, meer specifiek op afdeling E2, een seksuele en aanstootgevende lading. Klager heeft aangegeven dat gedetineerden niet bij elkaar op de cel komen en hij er persoonlijk voor zal zorgen dat de foto’s niet in andermans handen komen. Navraag bij het inrichtingspersoneel heeft echter uitgewezen dat gedetineerden van afdeling E2 wel degelijk bij elkaar op de cel komen. Er kan niet zonder meer vanuit worden gegaan dat de foto’s niet over de afdeling zullen gaan zwerven of voor andere doeleinden gebruikt zullen worden. Het toestaan van de foto’s zou de orde, rust en veiligheid in de inrichting dan ook op ernstige wijze kunnen verstoren.
Namens klager is aangevoerd dat zijn kleindochter een badpak draagt, maar dat door het zwemdiploma enkel haar blote benen en het zwembad te zien zijn. Het is een hele onschuldige foto. Verzoeker heeft onvoldoende onderbouwd waarom het hier zou gaan om een aanstootgevende foto en op welke manier verstrekking daarvan zal leiden tot een verstoring van de orde, rust en veiligheid in de inrichting. Verzoeker is momenteel nog verdachte en dus nog geen veroordeelde zedendelinquent. Het gaat bovendien om foto’s die door de ouders zijn opgestuurd.
De voorzitter overweegt, voorlopig oordelend, als volgt.
Gelet op dat wat uit de stukken naar voren komt over afdeling E2 en de mogelijke risico’s, heeft verzoeker – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – voldoende gemotiveerd waarom er op dit moment sprake is van een spoedeisend belang bij schorsing. Gelet hierop zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de uitspraak van de beklagcommissie schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beroepscommissie op het onderliggende beroep heeft beslist.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de uitspraak van de beklagcommissie met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beroepscommissie op het onderliggende beroep heeft beslist.
Deze uitspraak is op 11 mei 2023 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.
secretaris voorzitter