Nummer 22/28705/GA
Betreft [klager]
Datum 19 juni 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel voor de duur van één dag, vanwege een spitactie, ingaande op 14 juni 2022, en het niet mogen luchten en bellen met zijn advocaten tijdens de maatregel.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 28 juli 2022 het beklag ongegrond verklaard (IJ-2022-935). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
Aan klager is op 14 juni 2022 een ordemaatregel opgelegd vanwege een spitactie in de hele inrichting door de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid. De ordemaatregel is in de bij de stukken gevoegde ‘memo’ op schrift gesteld. Daarmee heeft de directeur voldaan aan de informatie en mededelingsplicht (artikel 58, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw)). Er is niet gebleken dat klager voorafgaand aan het opleggen van de ordemaatregel is gehoord. Daarmee is sprake van een schending van de hoorplicht (artikel 57, eerste lid, van de Pbw). Deze schending is naar het oordeel van de beroepscommissie gerechtvaardigd. De ordemaatregel is aan alle gedetineerden in de hele inrichting opgelegd vanwege een spitactie. Dit is een dusdanig bijzondere omstandigheid dat in dit geval van de directeur niet gevergd kan worden dat hij alle gedetineerden hoort, voorafgaand aan het inspecteren van hun cellen op contrabande.
Ten aanzien van het niet mogen luchten overweegt de beroepscommissie als volgt. Het recht op luchten, als bedoeld in artikel 49, derde lid, van de Pbw, is naar het oordeel van de beroepscommissie een fundamenteel recht. Volgens vaste jurisprudentie dient de inrichting extra inspanningen te verrichten om gedetineerden niet te beperken in dit recht. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mag het voorkomen dat een gedetineerde niet in de gelegenheid kan worden gesteld om te luchten. Klager heeft op 14 juni 2022 niet mogen luchten, omdat in de hele inrichting een spitactie plaatsvond. Op 16 juni 2022 heeft klager een extra luchtmoment ter compensatie gekregen. Het voorgaande rechtvaardigt naar het oordeel van de beroepscommissie de schending van het recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht.
Ten aanzien van het niet mogen bellen naar aanleiding van terugbelverzoeken van advocaten, overweegt de beroepscommissie dat niet is gebleken dat sprake was van spoed waardoor klager zijn advocaten dezelfde dag nog moest terugbellen.
Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is op 19 juni 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.
secretaris voorzitter